innovatieve oplossingen in de weg staat. Er is meer ruimte voor lokaal maatwerk nodig. Dit vereist ook een andere opstelling van de overheden. Deze zouden meer ontwikkelingsgericht moeten opereren en het initiatief bij voorbaat een positieve signatuur moeten geven, om vervolgens binnen globale kaders te kijken wat er mogelijk is. Ook andere stakeholders, zoals de omwonenden, de woonkernen, de banken en het bedrijfsleven, moeten in een vroeg stadium bij het initiatief betrokken worden. Dit is ook het beeld dat Alfred Groenendijk schetst aan de hand van een aantal voorbeelden uit de praktijk, zoals mantelzorgwoningen op het erf. Ook hier geldt dat maatwerk nodig is. Niet meteen in regelgeving alles vastleggen, maar samen per situatie bekijken wat mogelijk is. Verder geeft Groenendijk aan dat de opgave ook bovenregionale coördinatie en oplossingen vergt. Het huidige instrumentarium is vooral gericht op het erf, maar niet alles kan op dit niveau opgelost worden. Hij noemt bijvoorbeeld het verplaatsen van bouwrechten van erf binnen eigen of andere gemeente in de regio of het laten ontwikkelen van een nieuwe bouwkavel door de overheid in plaats van door de voormalige boer (voormalige eigenaar heeft dan geen inkomen uit werk en heeft daarmee fiscale voordelen). Overigens blijkt ook dat de mogelijkheden van het huidige instrumentarium niet altijd breed bekend zijn, noch bij de erfeigenaren, noch bij geïnteresseerden (Wing, 2013; med. G. Fikken, gemeente Hellendoorn). 4.4 Leegstand of sloop? Nieuwe agrarische activiteiten en nieuwe andere economische activiteiten zullen leiden tot hergebruik van een deel van de vrijkomende agrarische bebouwing, maar de vraag is of dit voldoende zal zijn om grootschalige leegstand te voorkomen. Leegstand van agrarische bedrijven laat zich in het veld nu nog niet snel herkennen, aldus Henk van Paassen, adviseur erftransformatie. Af en toe vervalt een schuur, maar tot nu toe houden de bewoners doorgaans de schuur in gebruik, bijvoorbeeld als opslagplaats of multifunctionele ruimte. Alfred Groenendijk, agrarische makelaar, beaamt dit en zegt dat veel boeren eigenlijk al gestopt zijn, maar nog een beetje ‘voorthobbelen’. Verloedering ligt op de loer, maar of het een probleem is, vindt hij een subjectieve kwestie. Het zal in ieder geval sluipenderwijs gaan. Oude varkensstallen zijn volgens Stichting Boer en Tuinder niet meer te gebruiken voor andere doeleinden, omdat het gebouwen zijn met veel kleine hokken waar de varkensgeur zich lastig uit laat verdrijven. Verder laten de cijfers zien dat veel vrijkomende schuren na 1970 gebouwd zijn. Dat betekent dat ze vaak visueel niet aantrekkelijk zijn. Bovendien brengt het geschikt maken voor andere functies mogelijk hoge kosten met zich mee. Sloop ligt dus eerder voor de hand dan hergebruik. 27 Pagina 38
Pagina 40Heeft u een handleiding, i-brochure of digi gidsen? Gebruik Online Touch: editie van pdf naar digitaal converteren.
583 Lees publicatie 238Home