3. Aard en omvang vrijkomende agrarische bebouwing 3.1 Ontwikkelingen tot nu toe De afname van bedrijven heeft gezorgd voor een groot aantal nietagrarische erven en gebouwen in het buitengebied. Nieuwe erven komen er nauwelijks bij, omdat gemeenten in bestemmingsplannen voor het buitengebied verdere toename van verspreide bebouwing tegengaan. Enkel ten behoeve van het verplaatsen van agrarisch bedrijven worden soms nieuwe locaties aangelegd (Gies et al., 2007). In de periode 1996-2002 vond weinig sloop plaats van vrijkomende agrarische bebouwing. Daar waar gebouwen werden gesloopt, ging het meestal om transformaties naar woonboerderijen, waarbij overbodige schuren verdwenen. (Gies et al., 2007). In de periode daarna heeft in het kader van de Ruimte-voor-Ruimteregeling wel behoorlijke sloop plaatsgevonden. Uit de evaluatie van de Regeling Beëindiging Veehouderijtakken (RBV) blijkt dat tot 2010 circa 3 miljoen m2 stallen gesloopt is, in de provincies Limburg, Noord-Brabant, Gelderland, Overijssel en Utrecht (Anonymus, 2010). 3.2 Prognose omvang tot 2030 Met behulp van landelijke bestanden zoals de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) en GIAB (agrarische bedrijfsgegevens) wordt op basis van trends uit het verleden het oppervlak vrijkomende agrarische bebouwing in de toekomst ingeschat. Uitgangspunt voor deze analyse 15 Pagina 26
Pagina 28Voor presentaties, online artikelen en folders zie het Online Touch CMS systeem. Met de mogelijkheid voor een online shop in uw club bladen.
583 Lees publicatie 238Home