IV Verlangen en verwonderen 93 Als er in de geschiedenis van de filosofie in het algemeen en het denken over de natuur in het bijzonder één element is dat bij velen weerstand oproept (vooropgesteld dat men er kennis van genomen heeft) dan is het dat waarheid zich slechts toont in zijn zogenaamde ontvergetenheid (aletheia). Waarheid, dat is iets wat zich toont terwijl het zich terugtrekt, en iets wat zich terugtrekt terwijl het zich toont. Hetzelfde geldt voor schoonheid en goedheid. Op het moment dat we het willen pakken (met woorden, met handen, met onze adem) ontsnapt het. Maar vaak is het juist in dat ontsnappen dat het zich laat zien: alsof waarheid, schoonheid en goedheid voor een fractie van een seconde betrapt zijn en we even, heel even, achter een sluier konden kijken. We bevinden ons hier in het moeilijkste en meest paradoxale domein van het denken. Een domein dat door denkers als Ryle zonder pardon naar de schroothoop van onbruikbare ideeën en klinkklare nonsense wordt verwezen, maar waarvan anderen haarfijn aanvoelen dat precies hier een snaar wordt geraakt die ons in onze onttoverde wereld verder kan helpen. 94 ‘Waarvan men niet kan spreken, daarvan moet men zwijgen’, zei Wittgenstein. Maar wat als precies in dit zwijgen een waarheid 78 Pagina 78

Pagina 80

Heeft u een gids, onlinekat of etijdschriften? Gebruik Online Touch: brochure online bladerbaar maken.

541 Lees publicatie 215Home


You need flash player to view this online publication