7. Conclusies De vraag naar inzet van visserijschepen bij het doen van bio-marien en maritiem onderzoek lijkt groeiend, zeker wanneer de overheid besluit om toekomstig onderzoek op een andere wijze te gaan aanbesteden. Kweekactiviteiten op zee (de Noordzee) zullen naar alle waarschijnlijkheid toenemen in de nabije toekomst en daarmee ook de uit te voeren werkzaamheden. Er lijkt markt te zijn voor een (beperkt) aantal kotters waarbij gedacht kan worden aan assistentie bij de aanleg van installaties, reparatie en onderhoud ervan en productie- en oogstactiviteiten. Daarnaast lijken zogeheten waste-projecten ('schoonvissen'), het verwijderen van afval uit zee kansrijk, gezien het belang dat daaraan wordt gehecht in het toekomstig Europees (maritiem) beleid. De opstelling van de Nederlandse overheid ten aanzien van afval vissen is hierbij van cruciaal belang, dat wil zeggen dat passend beleid (vooral voor wegvissen van plastics) zal moeten worden gemaakt om dit maatschappelijk relevante probleem op te lossen. Een reële vergoeding voor verleende diensten door vissers moet daarvoor mogelijk zijn. De markt voor andere nevenactiviteiten zoals die van de offshore-industrie en van calamiteiten en rampenbestrijding lijkt niet groeiend (geen reële optie), vooral niet door de steeds scherpere wet- en regelgeving voor (visserij)schepen en door de relatief hoge investeringsbedragen. Tevens is de markt voor offshoreactiviteiten niet transparant genoeg waardoor er geen zicht is op redelijke en haalbare tarieven voor visserijschepen. 39 Pagina 44

Pagina 46

Scoor meer met een webwinkel in uw PDF-en. Velen gingen u voor en publiceerden lesmateriaal online.

540 Lees publicatie 212Home


You need flash player to view this online publication