40 potentieel hoogwaardig product teniet gedaan wordt. Hier openbaart zich een specifiek probleem waar de bosbouw mee te maken heeft. Het productieproces van hout duurt zo lang dat de huidige beheerder voor de kwaliteit van de oogst afhankelijk is van de productie van z’n voorgangers en dat hij produceert voor de oogst van zijn opvolgers. De affiniteit met het eindproduct is ook beperkt: de boseigenaar weet (meestal) niet of zijn hout eindigt als meubelstuk, als heipaal of als bouwplaat. Bovendien heeft de boseigenaar weinig invloed op de waarde van zijn hout. Die wordt vooral bepaald door de prijsfluctuaties in de internationale bulkhandel. Dergelijke factoren bemoeilijken het ondernemerschap. Aannemers en exploitanten Het is opvallend dat de vraag naar hout in Nederland vele malen groter is dan wat wij zelf jaarlijks oogsten. De hoeveelheid geoogst rondhout uit Nederlandse bossen bedroeg in 2009 879.000 m³. Het verbruik in Nederland van houtequivalenten� in 2009 bedroeg 11,6 miljoen m³ (zie Figuur 14). Het gaat hier met name om papier, gezaagd hout en platen. Het overgrote deel van het hout in Nederland wordt dus geïmporteerd. Sterker, er wordt zoveel geïmporteerd dat ook weer een aanzienlijk deel van die import wordt geëxporteerd. Nederland is een handelsnatie op het gebied van hout. De capaciteit is hiervoor de belangrijkste oorzaak. Nederland heeft simpelweg niet voldoende bos om verantwoord vele miljoenen m³ te oogsten. Daarnaast is Nederlands hout relatief duur. Doordat het hout in veel landen veel massaler geoogst kan worden (meer oppervlakte), kunnen buitenlandse aanbieders de prijs laag houden. Er zijn ook andere redenen waarom de Nederlandse oogst minder aantrekkelijk is: (1) De oogstkosten blijven stijgen doordat steeds kleinschaliger gewerkt wordt als gevolg van geïntegreerd bosbeheer en versnippering van het areaal. Bovendien is daardoor de bereikbaarheid van locaties beperkt en is de logistiek rond de afvoer van het geoogste hout kostbaar; (2) Het aandeel inheems loofhout neemt toe ten opzichte van naaldhout als gevolg van het huidige geïntegreerde bosbeheer met veel aandacht voor biodiversiteit en natuurlijke verjonging. Deze ontwikkeling wordt versterkt door het gegeven dat de subsidieregelingen niet voorzien in een subsidie voor herplant. Het is de vraag of de Nederlandse bossen in de nabije toekomst nog voldoende van de door de houtverwerkende industrie gewilde snelgroeiende houtsoorten kunnen voortbrengen (naald- en populierenhout); (3) Daarnaast vinden er vrijwel geen eindvellingen meer plaats, waardoor bomen langer blijven staan en dus dikker worden. Dikkere bomen zijn moeilijker verwerkbaar in de reguliere zaagmachines; (4) Het imago van houtoogst is onder invloed van tvspotjes van bijvoorbeeld WNF negatief. Er is lokaal soms weinig begrip voor noodzakelijk onderhoud in bossen, vooral als de schijnbaar gezonde bomen uit het aanzicht verdwijnen. De oogst van hout wordt ook beïnvloed door de Floraen Fauna Wet. Deze bepaalt dat in bepaalde periodes niet of beperkt geoogst mag worden, vanwege het � Hoeveelheid rondhout, die nodig is om een bepaalde hoeveelheid van een product te maken, uitgedrukt in m³ zonder schors. Pagina 39

Pagina 41

Interactieve internet webshop, deze presentatie of vaktijdschrift is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het digitaal uitgeven van e-jaarverslagen.

531 Lees publicatie 204Home


You need flash player to view this online publication