Ontvangstplicht De basisgedachte voor onderhoud aan watergangen in stedelijk gebied is als volgt: als een watergang van waarde is voor de waterbeheersing, neemt het waterschap de onderhoudsplicht op zich. Daarnaast geldt in het stedelijk gebied de regel dat de ontvangstplicht van vrijkomend maaisel en bagger niet op de aanliggende eigenaren rust (zoals in het landelijk gebied) maar bij de gemeente. De reden is dat waterpartijen in stedelijk gebied vaak in openbaar gebied zijn gelegen. De gemeente is hier, als beheerder van de openbare ruimte, ontvangstplichtig. Daarnaast is het in stedelijk gebied vaak onmogelijk om het maaisel en de bagger direct op het aangrenzende perceel te verspreiden. Indien het waterschap alle individuele aanliggende eigenaren op hun ontvangstplicht zou moeten aanspreken, zou dat leiden tot een nietwerkbare situatie. Vandaar dat in stedelijk gebied de gemeente als ontvangstplichtige optreedt. 2.2.2 Status maaisel: afval – geen afval De beschikbaarheid van maaisel wordt mede bepaald door het wettelijk kader waarbinnen maaisel wordt gekenmerkt. Een van de kernvragen is in hoeverre maaisel als afval wordt beschouwd, en als meststof mag worden afgezet of op een andere manier worden verwerkt c.q. gebruikt. Uit informatie van Infomil, AgentschapNL blijkt dat in de nieuwe Europese Kaderrichtlijn afvalstoffen en de gewijzigde Wet milieubeheer, organisch afval van de landbouw niet gerekend wordt tot afval. Bermmaaisel valt hier echter niet onder en wordt dus nog steeds gezien als afval. Landelijk afvalbeheerplan sector 8 Gescheiden ingezameld groenafval is hier van toepassing. Gescheiden ingezameld groenafval komt vrij bij de aanleg en onderhoud van openbaar groen, bos- en natuurterreinen. Het betreft tevens afval dat hiermee te vergelijken is, zoals grof tuinafval, afval van hoveniers bedrijven, agrarisch afval en afval dat vrijkomt bij aanleg en onderhoud van terreinen van instellingen en bedrijven. Ook gescheiden ingezameld grof tuinafval van huishoudens valt onder dit sectorplan. Volgens het Landelijk Afvalbeheersplan 2009-2021 kan de afvalstofstatus weer worden ontstegen als er een nuttige toepassing is en er geen sprake is van verwijdering. Onder “nuttige toepassing” wordt verstaan recycling, hergebruik, terugwinning dan wel andere handelingen gericht op het verkrijgen van secundaire grondstoffen (artikel 3 van de Richtlijn 2006/12/EG. In bijlage II B juncto artikel 1, eerste lid, onder f), van Richtlijn 2006/12/EG, worden handelingen voor de nuttige toepassing van afvalstoffen aan gegeven. Een van de genoemde handelingen is R10: Uitrijden voor landbouwkundige of ecologische verbetering. In de nieuwe Kaderrichtlijn Afvalstoffen staan de volgende voorwaarden genoemd waaraan voldaan moet worden om de afvalstofstatus te ontstijgen. Bij nuttige toepassing gaat het daarbij vooral om handelingen die worden uitgevoerd ná het inzamelen en vervoeren van afvalstoffen en die ertoe leiden dat afvalstoffen opnieuw worden gebruikt. De handelingen betreffen producthergebruik, materiaalhergebruik en het toepassen van een 17 Pagina 26

Pagina 28

Scoor meer met een webshop in uw kranten. Velen gingen u voor en publiceerden onderwijs magazines online.

522 Lees publicatie 198Home


You need flash player to view this online publication