Die fundamenteel andere richting heeft ook gevolgen voor maatschappelijke organisaties. Kunnen zij nog beide richtingen bedienen? Kunnen die in een- en dezelfde organisatie naast elkaar bestaan? Wat is daarover de dominante zienswijze van individuele bestuursleden? Bestaat niet het risico van compromissen over vragen die juist niet door compromissen moeten worden toegedekt? Arthur van Dijk: “Het andere probleem is dat het moeilijk was om de Buurderij als idee in te brengen bij de Westflank-organisatie. Gelukkig heeft de bottum-up-benadering uiteindelijk gewerkt en heeft de Buurderij toch een plaats in de Westflank gekregen. Dat is in ieder geval een succes. Wat mij zelf wat tegen gevallen is, is dat er gedurende het proces toch eigenlijk weinig nieuwe ideeën bij zijn gekomen. En ook dacht ik dat er wellicht meer ondernemers zouden gaan aanhaken bij het groepje initiatiefnemers. Ook dat is niet gebeurd. Ik zie dat natuurlijk wel vaker en dat heeft te maken met het feit dat boeren onderling heel verschillend zijn, verschillend werken en verschillende economische perspectieven hebben. Je hebt boeren die willen alleen maar groeien en die vinden zo’n Buurderij maar niets. Een groep boeren kijkt liever in de achteruitkijkspiegel, en heeft weinig behoefte aan vernieuwende concepten. Mij valt op dat die verschillende typen ondernemers ook helemaal niet met elkaar mengen. Het zijn afzonderlijke circuits die ze hebben. Ik zou zeggen dat je elkaar toch vroeg of laat nodig hebt, dus trek dan gezamenlijk op. Maar nee, dat doen ze niet. Ik denk dat een bredere samenwerking van landbouworganisaties en individuele boeren meer maatschappelijk effect gehad zou hebben.” Ontganiseren 64 Pagina 65

Pagina 67

Voor uitgaven, online publicaties en uitgaven zie het Online Touch beheersysteem systeem. Met de mogelijkheid voor een webshop in uw vaktijdschriften.

507 Lees publicatie 186Home


You need flash player to view this online publication