3.4.1 Financiële bijdrage Het belangrijkste doel van een malegenootschap is het bieden van een alternatieve inkomstenbron voor het bosbeheer in Nederland. In dat opzicht verschilt een malegenootschap van reeds bestaande participatiegroepen. Van de geërfden wordt een financiële bijdrage gevraagd, die tot stand komt door de uitgifte van waardelen (zie Kader 1). Naast het eenmalige bedrag dat bij uitgifte van de waardelen wordt betaald (inschrijfgeld), zou gedacht kunnen worden aan een jaarlijkse bijdrage. Met behulp van de jaarlijkse bijdrage worden de organisatiekosten van een malegenootschap vergoed. Daarnaast dient voldoende geld over te blijven om daadwerkelijk een extra financiële bijdrage aan het bosbeheer te leveren. De organisatorische kosten dienen dus te worden beperkt. Kader 1: Kostenberekening casestudy Almere In de casestudy Almere is een eenvoudige kostprijsberekening uitgevoerd voor een malegenootschap voor een nieuw aan te leggen bos, om een beeld te krijgen van de financiële situatie. Uitgangspunt was dat de kosten die door een malegenootschap zouden moeten worden bijeengebracht, het restant van alle grond- en aanlegkosten minus subsidies en andere opbrengsten moeten dekken. Er is van uitgegaan dat het beheer daarna gedekt zou worden uit beheersubsidies. De grondkosten bij de aanleg van een nieuw bos bestaan uit de landbouwkundige waarde van de grond (aankoopprijs) minus de waarde van de bosgrond. De waarde van bosgrond is grofweg 5.000 euro. De landbouwkundige waarde van grond is sterk afhankelijk van de locatie en de kwaliteit van de grond en de periode. In 2009 bedroeg de gemiddelde landelijke grondprijs € 47.051 per hectare, terwijl dit in 2005 € 31.789 per hectare bedroeg − een stijging van de prijs met 49% in vijf jaar (DLG, 2010). De grondprijzen variëren sterk per regio. In 2009 werd in het Gooi en Weidegebied van NoordHolland de hoogste prijs voor landbouwgrond betaald: meer dan € 75.000 per hectare. Ook Westelijk Holland en de Overige IJsselmeerpolders behoren tot de koplopers, met grondprijzen boven de € 70.000. Het Rivierengebied in Gelderland, Salland/Twente en de provincie Brabant zijn voorbeelden van gebieden in de middenmoot, met grondprijzen tussen € 45.000 en € 65.000 per hectare. In het noordelijke deel van Nederland (Groningen, Friesland, Drenthe en de noordelijke delen van Overijssel en Noord-Holland) en in Zeeland zijn de gemiddelde grondprijzen relatief laag (€ 30.000 tot € 45.000 per hectare). Een groot deel van Midden- en Zuid-Nederland heeft grondprijzen van € 50.000 tot € 80.000 per hectare. Er is sprake van meerdere typen grondgebruik; grondgebonden én intensieve land- en tuinbouw, recreatie, toerisme en water en natuur. In de Overige IJsselmeerpolders, Gooi en Weidegebied Noord-Holland en Westelijk Holland is sprake van gemiddelde grondprijzen van boven de € 70.000 per hectare. In Almere bedroeg de gemiddelde grondprijs bijna € 73.000 per hectare. De grondwaardedaling bij bebossing bedraagt daar dus zo’n € 68.000 per hectare. De aanlegkosten van een nieuw bos variëren sterk, afhankelijk van de inrichting van het gebied. Als we uitgaan van € 8.000 per hectare, dan bedragen de totale grond- en inrichtingskosten 23 Pagina 32

Pagina 34

Voor reclamefolders, online nieuwsbrieven en reclamefolders zie het Online Touch CMS systeem. Met de mogelijkheid voor een webwinkel in uw maandbladen.

500 Lees publicatie 183Home


You need flash player to view this online publication