18 uitgewerkt, waarbij zoveel mogelijk opties worden beschreven en opengehouden. Deze opties kunnen worden opgevat als bouwstenen, waarmee elk malegenootschap in oprichting zijn eigen organisatie kan vormgeven. 3.2 Organisatie 3.2.1 Historische malegenootschappen als inspiratiebron Uitgangspunt is dat de interne organisatie van de nieuwe malegenootschappen zo veel mogelijk aansluit bij die in het verleden, maar wel voldoet aan de eisen die juridisch en praktisch aan de gekozen organisatievorm worden gesteld. Wanneer wordt gekeken naar de organisatie van de historische malegenootschappen, dan blijkt dat de organisatievorm sindsdien niet echt is veranderd. De organisatie bestond ook toen uit een bestuur, met een voorzitter, secretaris en penningmeester. Voor deze functies werden toen echter andere termen gebruikt. Juist het gebruik van oude termen geeft het moderne malegenootschap zijn kleur. De termen die in het verleden voor de functies werden gebruikt, konden per malegenootschap verschillen. De meest voorkomende termen zijn gekozen voor het moderne malegenootschap. Op deze termen wordt later teruggekomen. 3.2.2 Eigendom Er zijn grofweg twee situaties ten aanzien van eigendom mogelijk: het eigendom van de grond en opstallen berust bij de terreinbeheerder of bij de gezamenlijke geërfden. De eerste situatie kan worden vergeleken met de grondheerlijke marken, de tweede met de vrije marken. Het gezamenlijk eigendom neerleggen bij de geërfden is een interessante optie, maar bij een bestaand bos niet voor de hand liggend. Het is immers maar de vraag of er boseigenaren te vinden zijn die tot het verkopen van hun bos over willen gaan. Bij de aanleg van een nieuw bos of bij de aankoop of overdracht van een bestaand bos is deze optie realistischer. Bij de aankoop van een waardeel krijgt een geërfde in dat geval een oppervlakteaandeel van het aan te leggen of reeds aangelegde bos in eigendom. Dit vraagt natuurlijk om een ander type investering dan wanneer per waardeel alleen een bijdrage voor het beheer wordt gevraagd. Natuurlijk is er ook nog een tussenvorm mogelijk, waarbij een gedeelte van het bos in eigendom is bij de terreinbeheerder en een deel in bezit is van de geërfden. Deze tussenvorm wordt omschreven als een halfvrije marke. Ter voorkoming van conflicten over welk deel van het bos precies in eigendom is, is het verstandig ervoor te kiezen de waardelen niet te koppelen aan specifieke delen van het bos (geografische eenheid). De Pagina 27

Pagina 29

Interactieve internet brochure, deze clubblad of whitepaper is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het digitaal bladerbaar op uw website plaatsen van e-onderwijs catalogi.

500 Lees publicatie 183Home


You need flash player to view this online publication