22 Momenteel vindt in Denemarken en Nederland een discussie plaats over de vervanging van de onderzoeksschepen Dana en Tridens. Beide schepen zijn aan vervanging toe en zijn in de loop der jaren niet meegegroeid met de vernieuwingsslag in de visserij: veel apparatuur aan boord, zoals sonars en echoloden, zijn slechts voor basaal wetenschappelijk onderzoek te gebruiken. Dit terwijl wetenschappers zich steeds meer realiseren dat akoestiek een centrale positie inneemt in marien onderzoek: steeds vaker wordt het ecosysteem in 3D bestudeerd in plaats van via de traditionele 2D-aanpak. Tridenskost per jaar 5,1 mln EUR en maakt 200 vaardagen, dus dat is ongeveer EUR 23.000 per dag. Het blijkt in de praktijk niet eenvoudig om meer vaardagen met de Tridens te maken, want dan is er extra bemanning nodig (de bestaande bemanning zit ongeveer aan het vaardagenmaximum vanwege rust- en recreatietijden). Het is een feit dat sommige Noorse rederijen hun nevenactiviteiten graag willen uitbreiden naar de EU, maar wederom speelt het probleem van niet-overdraagbare vangstquota (dus minder flexibiliteit ten aanzien van de inzet voor nevenactiviteiten). Los daarvan wordt het de vissers die zich laten inhuren voor vangstquota niet altijd in dank afgenomen dat een deel van het nationale quotum alleen beschikbaar wordt gesteld voor schepen die in staat zijn zich aan te passen aan de uitvoering van onderzoek. Het wordt gezien als oneerlijke concurrentie. Een contante betaling heeft daardoor duidelijk de voorkeur. In Nederland gaat het om de volgende surveysegmenten: • Beheer van de Waddenzee. Er zijn monitoringprogramma’s voor het Nederlandse deel van de Waddenzee, de internationale Waddenzee en de Waddenzee als onderdeel van de Noordzee. Nationale monitoringprogramma’s zijn het fysisch, chemisch en biologisch meetnet (Monitoring Waterstaatkundige Toestand des Lands (MWTL)) en het biologisch meetnet voor schelpdieren, vis, vogels en zeehonden. • Zeeuwse delta en NL kust. Monitoring van zandbewegingen en stromingen is essentieel voor de veiligheid van onze kustverdediging. Er zal daardoor ook een langdurige vraag zijn naar efficiënt onderzoek en uitgebreide dataverzameling. • Noordzee en Atlantische Oceaan surveys. Nederland heeft diverse verplichtingen voor bestandsonderzoek (zowel bodemvis, pelagische vis als bodemfauna). Bij de pelagische surveys op makreel, blauwe wijting en haring en sprot is door onderzoekers van Wageningen IMARES al vaker gekeken naar de mogelijkheid om bedrijfsschepen in te zetten. • Nieuwe ‘Marine Protected Areas’ zoals de Doggersbank, Friese Front, windparken, Natura2000-gebieden, et cetera. De Nederlandse kottervissers noemen echter wel essentiële obstakels: • Standaardisatie in het instrumentarium en de netten is vaak niet of nauwelijks te realiseren; • Kotters hebben vaak wel voldoende accommodatie, maar zijn over het algemeen niet uitgerust voor andere taken: er is geen ruimte voor extra materiaal op het dek, kranen en lieren ontbreken en de boomkor is het enige vistuig dat ingezet kan worden. Pagina 29

Pagina 31

Heeft u een onderzoeksrapport, blueberry of internet boeken? Gebruik Online Touch: onderwijscatalogus converteren naar een online publicatie.

488 Lees publicatie 176Home


You need flash player to view this online publication