Voorwoord Bij de inrichting van woonwijken zijn de belangen van jeugdige bewo­ ners doorgaans sterk ondergeschikt aan die van de volwassenen. In gunstige gevallen krijgen kinderen nauwkeurig afgemeten en strak omkaderde speelterreinen toebedeeld, in ongunstige gevallen is er voor kinderen letterlijk helemaal geen ruimte. Het perspectief van de volwassen planoloog, die rekening heeft te houden met zaken zoals grondwaarde, mobiliteit en veiligheid, domineert. Het gevolg is dat kinderen het buiten op straat zelf maar uit moeten zoeken, of zich strikt moeten beperken tot de voor hen bedachte plekken (van wipkip tot Cruyff Court). Geen wonder dat kinderen veel binnen zitten. Het drukke verkeer in steden, en eerlijk is eerlijk, het niet altijd even lekkere weer helpen ook niet echt. Maar wat zou er gebeuren als we dat perspectief eens om zouden draaien? Als we woonwijken zó zouden inrichten dat kinderen buiten echt hun gang kunnen gaan, kunnen doen wat kinderen graag doen? Hoe zou dat kunnen en wat zou dat opleveren? Het idee van deze perspectiefomkering is ontstaan in het kader van een zoektocht naar invullingen voor een gezonde wijk – een wijk die verleidt tot gezond leven. Dit is gedaan via twee essays: het essay “Buitenkind”, dat vooral ingaat op de rol die scholen in zo’n perspectiefwisseling kunnen spelen, en het beeldessay “WijkenvoorKinderen”, dat interactie tussen kinderen centraal stelt. De tweede invulling vonden we het meest beloftevol voor praktische toepassing, reden waarom we de gedachten in dit beeldessay hebben omgezet in een praktisch plan van aanpak. Ronald van Zon heeft dit plan van aanpak opgesteld en heeft vervol­ gens in onze opdracht gemeentes benaderd met de vraag of zij interes­ se hadden in deelname in een praktijkpilot voor het concept Pagina 4

Pagina 6

Voor vakbladen, online whitepapers en maandbladen zie het Online Touch online publisher CMS systeem. Met de mogelijkheid voor een webwinkel in uw gidsen.

486 Lees publicatie 174Home


You need flash player to view this online publication