Dit is van belang omdat hiermee extra middelen beschikbaar komen. Bedrijven kunnen daar verschillende (combinaties van) redenen voor hebben. Zo kan men in directe zin nadelige gevolgen ondervinden van de achteruitgang van een ecosysteem, bijvoorbeeld de watervoorziening vanuit een bepaald stroomgebied, of kan men kansen zien voor de marketing van producten en/of profilering van het bedrijf. In sommige gevallen is er sprake van dwingende wetgeving die bedrijven verplicht compensatie te betalen voor de aantasting van de biodiversiteit of andere natuurwaarden. Het nieuwe denken richt zich ook op de rol en verantwoordelijkheid van overheden. Geld is niet altijd het grote probleem. Veeleer gaat het om de enabling environment, waarbij de juiste randvoorwaarden worden gecreëerd, zoals goed bestuur, duidelijke wetgeving, rechtszekerheid, een eerlijke verdeling van kosten en baten . Daarnaast betreft het de accountability en transparantie, het zeker stellen van een goed investeringsklimaat, kennisontwikkeling en capaciteitsopbouw. Sommige zaken moeten vooral in internationaal verband geregeld worden (carbon, biodiversiteit), andere zaken zijn juist nationaal of lokaal (bijvoorbeeld stroomgebiedenaanpak). De essentie is dat er voor de dienst of het product die bos- en natuurgebieden leveren een markt gecreëerd wordt en dat men daarop voldoende kan vertrouwen om tot investeringen te komen. Het betreft dus zowel goede regelgeving alsook de naleving daarvan. Maar ook ondersteunende instrumenten, zoals duidelijkheid over landrechten, verzekering tegen risico’s en capaciteitsontwikkeling, zijn van belang. Het vertrouwen tussen partijen is hierbij cruciaal. Daarom zijn lokale en meer kleinschalige initiatieven vaak kansrijker dan mondiaal gereguleerde systemen, zoals de carbonmarkt onder het Clean Development Mechanism (CDM). Die laatste is mede door de ‘noodzakelijke’ administratieve rompslomp inmiddels beperkt effectief gebleken voor bossen. Vernieuwing komt de laatste jaren dus vooral uit bilaterale en relatief kleinschalige initiatieven. Hierbij zijn vaak ook private partijen (en investeerders) betrokken. De overheid moet niet alleen het kader bieden waarbinnen anderen kunnen investeren en experimenteren. Het is tevens van belang om de succesvolle pilots te kunnen veiligstellen, opschalen en institutionaliseren. Aan beleidsmatige aandacht en inzet voor dit laatste ontbreekt het in de regel nog te vaak. Een moeilijk punt is hoe in de praktijk de (markt)prijs bepaald dient te worden voor bepaalde diensten of producten. Men neemt vaak de vervangingskosten als indicatie, maar dit geeft geen inzicht in de kosten die reëel gemaakt worden om een dienst of product te leveren. Aan de andere kant is er de vraag wat de dienst of het product de afnemer oplevert. Ook dit is vaak moeilijk te kwantificeren. Deze zaken blijken in de praktijk tot op heden slechts tamelijk abstract onderbouwd te kunnen worden. Voor de markt en het maatschappelijk draagvlak is het echter zeer van belang dat deze zaken beter gedefinieerd worden. Hier ligt (ook) een taak voor de overheid als onderdeel van haar kaderstellend beleid. 29 Pagina 37

Pagina 39

Voor weekbladen, online edities en whitepapers zie het Online Touch content management system systeem. Met de mogelijkheid voor een web winkel in uw PDF-en.

476 Lees publicatie 170Home


You need flash player to view this online publication