16 Wierâ uitgevoerd, waarbij een proefopstelling voor zeewier getest wordt bij twee tarbotkwekerijen aan de Oosterschelde. Het eï¬uent hiervan kan als nutriëntenbron worden aangesloten op een drijvende ZIGS-installatie. Afbeelding 10: Jmonding, Tweede Maasvlakte en Oosterscheldebekken. 2.3.2. Offshore toepassingen Voor windmolenparken die buiten de territoriale wateren liggen en/of niet in de nabijheid van riviermondingen, kan er een tekort aan voedingsstoï¬en optreden voor grootschalige kweek van zeewieren. Wanneer gebruik gemaakt wordt van volledig gesloten drijvende zeewiersystemen, kunnen voedingsstoï¬en separaat meegenomen worden in de tanks in de dubbele bodem of de zijden van de kweekbak. Deze voedingsstoï¬en kunnen naar gelang de behoefte worden toegevoegd aan het water in de kweekbak, zodat de zeewierkweek geoptimaliseerd kan worden met betrekking tot het toevoegen van voedingsstoï¬en. Op deze wijze is het mogelijk om bij oï¬shore toepassingen, waarbij een tekorten aan nutriënten dreigt, de zeewieren toch van voldoende voedingsstoï¬en te voorzien. In Nederland zijn er op dit moment twee windmolenparken in de Noordzee. De NoordzeeWind staat voor de kust in vak Q8 bij Egmond aan Zee. Het park heeft 36 windmolens met elk een vermogen van 3 MW. Het tweede windmolenpark, het Prinses Amalia windpark, staat in vak Q7 buiten IJmuiden. Het park heeft zestig windturbines van elk 2 MW. Deze parken bevinden zich beide binnen de Nederlandse territoriale wateren. Een initiatief van het Ierse energiebedrijf Airtricity om een oï¬shore park van in totaal 284 MW te realiseren, wordt waarschijnlijk het derde windpark in de Nederlandse Noordzee. De locatie, West Rijn, ligt zoân veertig kilometer uit de kust bij Hoek van Holland. Op die Pagina 25
Pagina 27Heeft u een rapport, digitaalbladeren of web reclamefolders? Gebruik Online Touch: spaarprogramma online op uw website plaatsen.
471 Lees publicatie 161Home