Figuur 34. Broedplaatseffect van de Nieuwe Nutszone. Een grote kolencentrale is al verouderd zodra hij is gebouwd. Toch zal hij nog 30-50 jaar draaien. De decentrale installaties van Nieuwe Nuts hebben een kortere economische levensduur. Dat versnelt de innovatie. Door herinvestering van winst in korte investeringscycli worden nieuwe technieken sneller en vaker in gebruik genomen. Daardoor ontstaat bovendien een grotere vraag naar nieuwe duurzame technieken, wat kosten doet dalen en de verduurzaming versnelt. Monoculturen verdwijnen en in de plaats daarvan komt een diversiteit aan technieken die het maximale halen uit duurzame hulpbronnen. De tijd die nodig is om Nieuwe Nutstechnieken naar de markt te brengen, wordt verkort. Bovendien is er een aanzuigende vraag die innovatie in de aanleverende industrieën stimuleert. Dat is het broedplaatseffect dat Nieuwe Nuts teweegbrengt. en energieneutraal te gaan functioneren. De sector kan met de kas duurzame energie oogsten en de waterketen sluiten. De installaties van een groot glastuinbouwbedrijf zijn van een schaalniveau waarmee al snel een hele woonwijk kan worden bediend. Bij storingen wordt snel ingegrepen, want zelfs korte haperingen in de nutsvoorzieningen kunnen de tuinder al grote schade opleveren. Om al deze redenen is de glastuinbouw een ideale partner die kan helpen om Nieuwe Nutszones snel en betrouwbaar van de grond te krijgen. Over 20 jaar Als de glastuinbouw een rol krijgt in de lokale nutsvoorziening dan brengt de korte investeringscyclus in deze sector ook enige onzekerheid. Woningen staan er voor minstens 50 jaar. Hoe zit het dan met de continuïteit van de nutsvoorziening over 20 jaar? Het glastuinbouwbedrijf zal dan weer zijn overgeschakeld op andere energietechnieken, of misschien is het bedrijf zelfs wel verdwenen. Toch moet de woonwijk nog door op de aangelegde energieinfrastructuur. De aanwezigheid van het glastuinbouwbedrijf is echter niet de cruciale factor voor de continuïteit. Belangrijker is de rentabiliteit van de nutsvoorziening en de waarde van het recht om die nutsvoorziening te mogen leveren. Voor het toekomstperspectief moet derhalve vooral worden gekeken naar de exploitatiekosten voor de lange termijn. Duurzame decentrale technieken hebben dan vaak betere papieren dan de huidige aardgasvoorziening. Risico’s blijven natuurlijk bestaan. Stel bijvoorbeeld dat de aardgasprijs nihil wordt: dan zullen afnemers van duurzame warmte natuurlijk graag overschakelen op aardgas. Het is echter zeer onwaarschijnlijk dat dit risico zich zal openbaren. De algemene verwachting is juist dat de gasprijs op niveau blijft of zelfs verder gaat stijgen. De nationale aardgasbel heeft – naar men nu zegt – nog zo’n 15 jaar te gaan. Dat betekent vooral: toenemende afhankelijkheid van het buitenland. Wereldwijd is het aardgas nog lang niet op, maar deze wordt naar verwachting wel inzet van geopolitieke machtsstrijd. Scherpe daling van de gasprijs lijkt derhalve niet reëel. Sterker nog: pure afhankelijkheid van aardgas is voor huishoudens op dit moment een weinig geruststellend perspectief. Dan bieden de inzet van lokale duurzame hulpbronnen en lokaal ondernemerschap een stuk meer zekerheid. Versnelde verduurzaming vraagt beschikbaarheid van de reststromen zodra betere technieken voorhanden zijn. Veel reststromen zijn echter geclaimd in langjarige contracten die eens in de zoveel jaar opnieuw Pagina 87

Pagina 89

Interactieve online catalogus, deze tijdschrift of onderwijsmagazine is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het digitaal publiceren van digi-reclamefolders.

303 Lees publicatie 100Home


You need flash player to view this online publication