Deze voorzag de nutsvoorziening niet met winstoogmerk, maar vanuit het maatschappelijk doel. In de huidige situatie lijkt die weg afgesloten. De Nieuwe Nutsvoorziening zal derhalve moeten worden gegoten in het stramien van de vrije markt. Veel energiebedrijven zijn in Nederland als private onderneming gestart. In de jaren twintig van de 20e eeuw heerste echter de overtuiging dat elektriciteit en gas publieke taken waren. Gemeenten, waterschappen en provincies hebben toen de nutstaken op zich genomen. Begin jaren negentig wilde het parlement de publieke status van nutsvoorzieningen zelfs wettelijk vast leggen. Dit initiatief eindigde in twijfel of dergelijke wetgeving wel Europa proof was.40 Voor de productie en levering van elektriciteit en gas ligt inmiddels volledige privatisering in het verschiet. Eerst moet dan wel het beheer van elektriciteits- en gasnetten van de productie- en leveringsbedrijven worden afgesplitst. In Nederland leeft de politieke voorkeur om het aandelenbezit in de overblijvende netbeheerders “binnen de kring van de overheid” te houden. Binnen Europa bestaat daarvoor echter minder enthousiasme.41 Intussen mogen energienetten vrijelijk worden gefinancierd en bezwaard, waardoor niet altijd zal kunnen worden verhinderd dat publieke netten in private handen komen. De regelingen voor elektriciteit en gas zijn overigens niet van toepassing voor warmtenetten. Deze kunnen na afsplitsing integraal (dus inclusief productie en levering) aan de hoogste bieder worden verkocht. De band tussen gemeente en het eigen energiebedrijf is – op enkele uitzonderingen na – zo goed als verbroken. De laatste decennia van de 20e eeuw zijn energiebedrijven geconsolideerd. De bedrijfsopzet is daarbij gemodelleerd naar het beginsel van “marktwerking”.42 Gemeenten zien zich inmiddels geplaatst tegenover grote commercieel optredende bedrijven. Aandeelhouderschap voor de lagere overheden is meer een kwestie van asset management dan van sturing op de energievoorziening. Inhoudelijke sturing via publieke bevoegdheden is zelfs bij wet verboden.43 Door de nutssectoren in de internationale marktordening te betrekken, zijn bevoegdheden naar supranationaal niveau getild (de EU). Dit brengt een hoger recht dat door de nationale rechters moet worden toegepast. Nationale wetgeving kan aldus aan de kant worden gezet. Anders dan in het verleden, kunnen nationale overheden na liberalisering niet terugkeren op hun schreden. Het Europese recht zou hen “overrulen”. Publiek of privaat is voor Nieuwe Nuts geen wezenlijk belang. Waar het om gaat, is de duurzame band tussen belangen en belanghebbenden.44 Of deze band wordt gevestigd via publiekrechtelijke vertegenwoordiging of privaatrechtelijke participatie is meer een kwestie van de vorm. Bepalend is echter de Europese dimensie. Die stelt grote restricties aan de bewegingsvrijheid van de publieke sector, wat het doorslaggevende argument kan zijn om te kiezen voor de private weg. Nieuwe Nutsvoorzieningen vragen kapitaal. Dit niet zozeer om de investeringen te doen (zie hoofdstuk 14), als wel om zekerheden te stel- 49 40 De Jong et al., “Dertig Jaar Nederlands Energiebeleid”, Clingendael International Energy Programme, 2005. 7224/07, Conclusies van het voorzitterschap, Brussel, 9 maart 2007. De afsplitsing van het netbeheer (bij gas en elektriciteit, doch niet bij warmte) moet worden gezien als een Europees project. In de Europese Raad bestaat consensus over de splitsing. Geen consensus bestaat echter over het onderdeel dat in Nederland belangrijk wordt gevonden: voorbehoud van aandelenbezit in de netbeheerder “binnen de kring van de overheid”. Het splitsingsproject dat hier nu wordt uitgevoerd, is in Europees verband vooral een test. De uiteindelijke regeling zal komen uit Europese kokers. De kans is groot dat de visie die de Minister thans verkondigt, het in internationale context niet zal overleven. Energiebedrijven zullen procederen en Europese politiek zal belangrijker blijken. Het grootste energiebedrijf in Europa (E.On) is al in private handen. Het ligt niet voor dat hand dat Europa hierop terug zal komen, zeker niet wat betreft een “controlerend overheidsbelang”. Bovendien lijkt het erop dat in de uitvoering van de Nederlandse Splitsingswet een achterdeur open wordt gelaten voor privaat kapitaal, via vestiging van zekerheidsrechten op energienetten (zie hoofdstuk 14). 41 42 Dit Nederlandse begrip wordt in Europa veelal gewoon vertaald als “competitie”. Oorspronkelijk art. 17 Wet energiedistributie; thans art. 83 Elektriciteitswet en art. 62 Gaswet. Dat staat op gespannen voet met centralisering en consolidatie. 43 44 Pagina 58

Pagina 60

Heeft u een lesmateriaal, issuu of web edities? Gebruik Online Touch: presentatie converteren naar een digitale publicatie.

303 Lees publicatie 100Home


You need flash player to view this online publication