22 In bovenstaande voorbeelden verzorgt Essent de warmtelevering aan kleinverbruikers. Daarbij is zij afhankelijk van de warmteproductie van derden: het waterschap, een veehouder en een hovenier. Deze situatie is niet gebruikelijk. Energiebedrijven kiezen bij voorkeur voor onafhankelijkheid van derden in de energieproductie. De situaties zijn dan ook niet spontaan ontstaan. Meestal is er sprake van druk vanuit de gemeente. Een lokale veehouder of hovenier zit met een energierijke reststroom en wil deze nuttig besteden. De gemeente wil daar – wegens het maatschappelijk belang – best bij helpen. Het energiebedrijf wordt erbij gehaald wegens ervaring met infrastructuur en levering aan kleinverbruikers. Bovendien wordt het energiebedrijf geacht de gewenste leveringszekerheid te kunnen bieden voor nu en in de verdere toekomst. Meer partijen in de keten De warmteleverancier moet zekerheid kunnen bieden aan de eindgebruikers. Dan wil hij ook zekerheid over zijn eigen inkoop. De warmteproducenten kunnen die niet altijd bieden. Restwarmtelevering is een nevenactiviteit. Hun hoofdactiviteit gaat voor, ook als het gaat om onderhoud van de installaties waarbij deze worden stilgelegd. Bij warmtelevering is dit probleem overkomelijk. In de warmteketen kunnen buffers worden ingebouwd. Bovendien kunnen meerdere producenten worden betrokken die hun onderhoud in onderlinge afstemming plannen. Meerdere partijen in de keten betekent ook dat winsten over meerdere partijen moeten worden gedeeld. Voor gevestigde energiebedrijven is dat vaak een minder aantrekkelijke optie. Liever houden ze het gehele proces in eigen hand: meer controle en geen deling van winst. Voor nieuwe spelers ligt dat anders. Voor hen gaat het om een meerwaarde die kan worden gehaald uit een bestaand proces, en een nieuwe activiteit die kan worden ontplooid. De veehouder en de hovenier hebben aparte bedrijven opgezet die zich toeleggen op de energieproductie. Dat vergroot de zekerheid van continuïteit. Continuïteitsrisico’s nemen toe naarmate het energieproces ondergeschikt is aan een ander bedrijfsproces. Dat is bijvoorbeeld het geval bij het warmtenet in Rotterdam Hoogvliet. Industriële partijen kunnen daar potentieel veel warmte leveren. Continuïteit willen ze echter niet garanderen; de eigen productie gaat voor. Dit wordt hier opgevangen door meerdere producenten erbij te betrekken, waardoor geschakeld kan worden tussen systemen. Naarmate er meer partijen betrokken zijn, wordt de structuur complexer. Onderhandelingen over afspraken en de verdeling van revenuen kunnen dan een struikelblok gaan vormen. De maatschappelijke en commerciële voordelen blijken echter ruimschoots op te wegen tegen de extra moeite voor organisatie van de samenwerking. Dat mag in ieder geval worden afgeleid uit de diverse decentrale nutssamenwerkingen die inmiddels het levenslicht hebben gezien of die nog in de steigers staan. Biomassacentrale Sittard (BES) Een lokale hovenier nam het initiatief om een biomassacentrale op te zetten. Regionaal groenafval en onbewerkt afvalhout worden benut voor energieproductie. Groene stroom wordt geleverd aan het net, en Pagina 31

Pagina 33

Voor vaktijdschriften, online vakbladen en verenigingsbladen zie het Online Touch CMS systeem. Met de mogelijkheid voor een online winkel in uw maandbladen.

303 Lees publicatie 100Home


You need flash player to view this online publication