138 ledig in haar waterzuivering voorziet niet zonder meer vrijgesteld van rioolheffing. Aldus zal in veel gevallen de Wm-route (ii) zijn geblokkeerd, en moet worden teruggevallen op het heffingsalternatief (i). Ook dat heffingsalternatief (i) wordt echter door de waterbelasting verzwaard. Belastingheffing versterkt de publieke (lidstatelijke) status van de geïnde gelden, waardoor de mededingingsregels voor besteding van die middelen extra zwaar zullen wegen. De marktordening stuurt dan aan op uitbesteding aan commerciële bedrijven, en niet op lokaal zelfbeheer. Indien en voor zover de gemeente binnen het komende regime van de waterbelasting ruimte wil geven aan Nieuwe Nutszones, doet zij er goed aan dit in te bakken in de regeling van de waterbelastingen. Dat houdt onder meer in dat onderscheid wordt gemaakt tussen de rioolheffing (waterketen) en de grond- en hemelwaterbelasting (watersysteem). De belastinggrondslag voor de rioolheffing wordt vervolgens afhankelijk gesteld van het hebben van een aansluiting op een gemeentelijk riool of op een gemeentelijke waterzuiveringsinrichting.165 Bovendien moet de mogelijkheid van de Nieuwe Nutszone worden opgenomen in het gemeentelijke rioleringsplan, dat provinciale goedkeuring behoeft. Aldus lijkt het mogelijk om ook binnen het nieuwe waterbelastingregime, Nieuwe Nutszones te laten ontstaan, en de bekostiging daarvan soepel te laten verlopen. Dit vraagt echter wel een duidelijke visie, vooruitziende blik en zorgvuldige uitvoering van de gemeente. Bij gebreke daarvan liggen er jaren van vertraging of in ieder geval hoge procedurele drempels voor de totstandkoming van gemeenschappelijke waterkringlopen in het verschiet. Het alternatief is dat de gemeente zelf een bioriool aanlegt en zelf het beheer voert. De bewonersbetrokkenheid en de operationele integratie met onder andere de energievoorzieningen staan dan echter wel op de tocht. Nieuwe Nutszones en belastingheffing roepen ook vragen op over de maatschappelijke solidariteit. Stel dat Nieuwe Nutszones geheel zelfvoorzienend zijn, en de aangesloten huishoudens geen riool- en zuiveringsheffing meer aan de gemeente betalen. Ontstaat er dan geen krapte voor de algemene voorzieningen van de gemeente? Of – los van de gemeentelijke budgetten voor algemene voorzieningen – wordt het wenselijk geacht dat kapitaalkrachtige huishoudens die kunnen investeren in Nieuwe Nutsvoorzieningen, beter in staat zullen zijn hun vaste lasten te beperken dan minder kapitaalkrachtige huishoudens, die juist meer behoefte hebben aan kostenbeheersing? Binnen de Nieuwe Nutszone kan het voordeel zelfs extreme vormen aannemen. Een voorloper van het Nieuwe Nutsbioriool – het Liernur-systeem (zie inzet hoofdstuk 9) – bleek destijds winstgevend te kunnen worden gedreven. Dat zou beteken dat binnen de Nieuwe Nutszone op den duur helemaal geen vergoedingen voor riool en waterzuivering hoeven te worden betaald. Het zou van maatschappelijk betekenis zijn wanneer dergelijke efficiënte en economisch aantrekkelijke systemen kunnen worden geherintroduceerd. Maar evengoed moet dat niet ten koste gaan van de algemene voorzieningen en van de minder draagkrachtigen in de samenleving. Nieuwe Nuts erkent deze vraagstelling en heeft daar een geheel eigen antwoord op. Bepalend is niet dat het riool en de zuiveringsinstallatie van de gemeente zijn, maar dat ze door de gemeente worden bekostigd. De gemeentelijke begroting is daarbij leidend. 165 Pagina 147

Pagina 149

Scoor meer met een web winkel in uw clubmagazines. Velen gingen u voor en publiceerden publicaties online.

303 Lees publicatie 100Home


You need flash player to view this online publication