132 15.2 Prijsontwikkeling De energieprijzen hebben de afgelopen jaren een scherpe stijging laten zien. De gasprijs steeg in de periode 2001-2006 gemiddeld met maar liefst 11% per jaar. Voor elektriciteit bedroeg de gemiddelde prijsstijging 6,2% per jaar. Energieprijzen stegen dus aanmerkelijk sneller dan de statistische inflatie, die gemiddeld 2,3% per jaar bedroeg. Gemiddelde prijsstijging over de periode 2001 – 2006 Statistische Inflatie circa 2,3% per jaar Gas circa 11,0% per jaar Elektriciteit circa 6,2% per jaar Figuur 43. Stijging van energieprijzen in de periode 2000-2006. De stijging van de kosten van gas, en de daaraan gekoppelde stadsverwarming, met 11% per jaar, betekent na zeven jaar meer dan een verdubbeling van de oorspronkelijke prijs. Bij een prijsstijging van 2,3% per jaar is de prijs pas na 30 jaar verdubbeld. Jaarlijks 11 procent betekent in 30 jaar meer dan een vertwintigvoudiging van de prijs, oftewel de oorspronkelijke prijs van 100 euro is jaarlijks met gemiddeld 75 euro verhoogd. 155 Men kan zich afvragen wat er gaat gebeuren als aardgas een eigen markt en prijs krijgt, en de aardgasprijs hoger uitvalt dan die van olie. Houdt de koppeling dan stand, of wordt dan ontkoppeld? En wat als de olieprijs plotseling explodeert? Komt de koppeling dan ter discussie te staan? Door die koppeling komen Nederlandse huishoudens dan in de kou te zitten. Was aardgas echter tegen kostprijs plus redelijke marge geleverd, dan zouden ze er nog warmpjes bij hebben gezeten en hoefden ze zich geen zorgen te maken. Wat wordt bovendien de rol van de commerciële concessiehouders? Houden ze aanspraak op de extreme overwinsten, of wordt er een meer gematigde marge overeengekomen? Een belangrijke aanjager van de energieprijzen is olie. In Nederland is de aardgasprijs aan de olieprijs gekoppeld. Aardgas is minder schaars dan olie (zie hoofdstuk 5). Door de koppeling lift de aardgasprijs echter mee op de olieprijs. Voor de concessiepartners Shell, ExxonMobile en de Staat is dat een lucratieve situatie.155 Ook warmtetarieven zijn gekoppeld aan aardgas en daarmee aan de olieprijzen. Bij stadsverwarming met lokale gasgestookte WKK-centrales is dat nog enigszins te rechtvaardigen. Hier is gas immers de primaire energiebron. Toch is dat niet de reden waarom deze koppeling tot stand is gebracht. Feitelijke kostenprijzen spelen immers geen rol bij warmtetarieven. Het gaat erom dat huishoudens die op een warmtenet zijn aangesloten – volgens de heersende opvatting – niet minder hoeven te betalen dan huishoudens die aardgas hebben. Bij levering van duurzame warmte wordt het verband met aardgas grotendeels verbroken. Nieuwe Nuts stelt bovendien voor om uit te gaan van daadwerkelijke kostprijsniveaus, in plaats van afgeleide vraagprijsconstructies. De investeringen in Nieuwe Nuts zijn – zeker in het begin, wanneer technieken nog jong en minder gangbaar zijn – Pagina 141

Pagina 143

Scoor meer met een webshop in uw presentaties. Velen gingen u voor en publiceerden uitgaven online.

303 Lees publicatie 100Home


You need flash player to view this online publication