hebben hier veel invloed op. Wetgeving beschermt het monopolie. Eventuele invloed wordt aangewend in de minnelijke onderhandelingssfeer, of via Wetgever of Mededingingsautoriteit. De netbeheerder heeft een uiterst sterke positie, waardoor monopolistengedrag voor de hand ligt. Dat betekent sturing die erop is gericht om tarieven op niveau te houden, en concurrentie van de markt.130 Bij water ligt het startpunt bij een consensus tussen de overheidspartijen: waterschap, provincie en gemeente. De vergoedingen zijn – sinds 1 januari 2008 – alle vormgegeven als belastingen, en de procedures zijn verdergaand geformaliseerd. Dat maakt markt en overheid minder flexibel bij systeeminnovatie en creatie van lokaal afwijkende situaties. Beste uitgangspunt zou hier zijn dat gemeente, provincie en waterschap eendrachtig stappen zetten in de richting van recirculatie en benutting van stedelijke waterstromen. 113 In Nederland is dat vooralsnog te rechtvaardigen door het netbeheer als overheidsmonopolie vorm te geven. De overheid zal immers van bovenaf invloed kunnen uitoefenen op de innovatieve inspanningen van de netbeheerder. In Europese context is dit overheidsmonopolie echter waarschijnlijk maar van tijdelijke aard, wegens gebrek aan draagvlak voor een overheidsmonopolie, en een internationaal verdergevorderd privatiseringsproces. 130 Pagina 122

Pagina 124

Voor maandbladen, online verenigingsbladen en onderwijscatalogussen zie het Online Touch content management system systeem. Met de mogelijkheid voor een online shop in uw verenigingsbladen.

303 Lees publicatie 100Home


You need flash player to view this online publication