Over het Groene Hart kan niet goed nagedacht worden zonder de omliggende steden erbij te betrekken. Voor 7 miljoen randstedelingen is het Groene Hart de achtertuin; voor de Randstad is het een internationaal visitekaartje. De netwerkstructuur van de Randstad maakt dat het buitengebied nooit ver weg is en dat de verschillende steden een menselijke maat hebben behouden. De keerzijde daarvan is de versnippering door infrastructuur en de grote stedelijke druk op het agrarisch gebied. Dit komt tot uitdrukking in de verarming van de natuur en de verrommeling van het landschap. Het huidige beleid heeft hier onvoldoende antwoord op. Het is hoog tijd dat er een nieuwe visie komt op de samenhang tussen stad en land. CONTRAST In het verleden is geprobeerd om het Groene Hart te vrijwaren van verstedelijking. Dit beleid heeft zeker gewerkt: de groei van de kernen in het Groene Hart is minder hard gegaan dan daarbuiten. Waar het echt mis dreigde te gaan, is gewoon de grens van het Groene Hart naar binnen verlegd (Leidsche Rijn, Zuidplaspolder, Ypenburg, Bloemdalerpolder). Stad en land zijn daardoor steeds meer uit elkaar komen te liggen. In de Structuurvisie Randstad 2040 wordt deze lijn doorgezet: het vergroten van het contrast is een expliciet uitgangspunt. Dit beleid heeft brede maatschappelijke steun. Ook de meer dan vijftig plattelandsgemeenten in het Groene Hart lijken de stad vooral als een bedreiging te zien. Het agrarisch karakter en de landelijk rust moeten koste wat kost bewaard blijven. Illustratief is de weerstand tegen de term ‘metropolitane parklandschappen’. Deze roept negatieve associaties op met de stedelijke cultuur: ‘het Groene Hart is toch geen Central park!’. De term is daarom bij motie geschrapt uit de Structuurvisie Randstad 2040. Regelmatig worden ook de weidevogels in de strijd geworpen om de stedelingen uit het buitengebied te weren. Die moeten immers beschermd worden tegen verstoring van de rust. Dat diezelfde weidevogels bij de eerste maaironde in het voorjaar massaal worden verhakseld, nemen we blijkbaar voor lief. Ondertussen zijn de mensen weggestopt in uitwisselbare nieuwbouwwijken op de minst aantrekkelijke plekken. Is dit de kwaliteit die we willen? inrichting van het Groene Hart onmogelijk voor elkaar te krijgen. De benodigde investeringen moeten immers terugverdiend worden. De landbouw kan dat nooit alleen. We moeten ruimte bieden aan wonen, werken en toeristische functies. En waar dat kan ook aan innovatieve vormen van duurzame landbouw. Het gaat om een heel nieuw palet van functies. En om een heel nieuw landschap, passend bij een moderne ‘Deltametropool’. Dat hoeft niet ten koste te gaan van de huidige kernkwaliteiten. Integendeel: het Klimaatpark is de beste garantie voor een duurzaam behoud van de kwetsbare veengebieden. En het levert een substantiële uitbreiding op van hooggewaardeerde, typisch Hollandse landschappen zoals de Kagerplassen en de Nieuwkoopse Plassen. 23 STAD-LANDVERBINDINGEN Heel letterlijk ligt er een opgave om het Groene Hart beter bereikbaar te maken vanuit de omliggende grote steden. Een bijzondere kans bieden de rivieren en boezemvaarten. Van oudsher waren dit belangrijke stad-landverbindingen. Er liggen talloze aanknopingspunten om deze functie in ere te herstellen, bijvoorbeeld in combinatie met sanering van verouderde bedrijventerreinen of waterhuishoudkundige maatregelen. Duidelijk is dat het hier om forse investeringen gaat, bijvoorbeeld in extra kruisingen van snelwegen en spoorlijnen, of in onteigening van geprivatiseerde rivieroevers. Er zal verder gekeken moeten worden dan de grenzen van het Groene Hart. De grote barrières liggen immers vaak net buiten het Groene Hart. Maar de maatschappelijke voordelen zijn onmiskenbaar en het draagvlak onder het publiek is groot. NIEUWE SAMENHANG Wij zijn van mening dat stad en land opnieuw met elkaar verbonden moeten worden. Anders is een klimaatbestendige Pagina 24
Pagina 26Scoor meer met een webshop in uw publicaties. Velen gingen u voor en publiceerden drukwerk online.
422 Lees publicatie 117Home