STOWA 2010-10 nieuwe sanitatie westland Grijs water Grijs water is al het water uit het huishouden behalve het zwart of donker water. Grijs water bestaat dus uit badwater, douchewater, water na handenwassen, water van (af)wasmachines en water uit de keukengootsteen (Eriksson 2002; Kujawa-Roeleveld, Fernandes et al. 2005). In Nederlandse huishoudens werd in 2007 gemiddeld 127,5 liter drinkwater per persoon per dag gebruikt (Tabel B-1-1). Gemiddeld eindigt 70 - 75% van dat water als grijs water (Palmquist and Hanæus 2005). Uit tabel B-1-1 kan worden afgeleid dat in 2007 gemiddeld 88,6 liter grijs water per persoon per dag werd geproduceerd, wat neerkomt op bijna 70% van het dagelijkse waterverbruik. In dit onderzoek wordt er vanuit gegaan dat er 90 liter grijs water per persoon per dag wordt geproduceerd. 1.2 Samenstelling van afvalwaterstromen In afvalwater komen zeer veel en uiteenlopende soorten stoffen voor. Het is echter onmogelijk om van alle stoffen aan te geven in welke mate ze zullen voorkomen. Derhalve is er een selectie gemaakt. In het navolgende wordt gekeken naar: macronutriënten, zware metalen, zouten, organisch materiaal en organische stoffen, ziekteverwekkers, medicijnresten en hormonen. Per stofgroep is een aantal relevante en representatieve stoffen geselecteerd ten behoeve van de karakterisering van de brongescheiden stromen. Kennis over de aanwezigheid en concentraties van de geselecteerde stoffen is essentieel om het hergebruikpotentieel van de stroom te bepalen en om tot een goed behandelingsscenario te komen. Samenstelling van geel water De samenstelling van vers uitgescheiden onverdunde urine verschilt met die van verdunde urine die enige uren tot maanden opgeslagen is geweest in een opslagtank. In vers uitgescheiden urine is ca 80% van de stikstof (N) aanwezig in de vorm van ureum en 5% in de vorm van ammonia (NH3 en NH4+) (Udert, Larsen et al. 2006). Bij opslag verandert de samenstelling; het ureum hydrolyseert tot ammoniak onder invloed van het enzym urease. Dit enzym wordt door veel micro-organismen geproduceerd (STOWA 2001; Udert, Larsen et al. 2006). De reactievergelijking van de hydrolyse is als volgt: CO(NH2)2 + 2 H2O  NH3 + NH4+ + HCO3- Na hydrolyse zal de stikstof voor 90% bestaan in de vorm van ammoniak (NH3) of ammonium NH4+ (STOWA 2005; Udert, Larsen et al. 2006). Vers uitgescheiden urine heeft een pH van rond de 6. Door de productie van ammonium tijdens de hydrolyse zal de pH van de oplossing omhoog gaan tot een waarde tussen de 8.5 en 9.1 (STOWA 2005; Udert, Larsen et al. 2006). De hydrolyse van ureum verloopt snel: Zwitsers onderzoek toont aan dat verdunde urine binnen een dag wordt gehydrolyseerd (Udert, Larsen et al. 2003b). Een ander macronutriënt in urine is fosfor (P). Het gehalte is gerelateerd aan het fosforgehalte in de voeding. Fosfaten komen onder andere voor in conserveringsmiddelen en additieven voor voedingsmiddelen (STOWA 2001). 95% van de fosfor in urine is anorganisch. Kalium (K) komt in urine vooral voor in de vorm van vrije ionen en zwavel (S) in de vorm van vrije sulfaat ionen (Kirchmann and Pettersson 1995; STOWA 2005). 63 Pagina 73

Pagina 75

Scoor meer met een e-commerce shop in uw catalogi. Velen gingen u voor en publiceerden onderwijscatalogussen online.

418 Lees publicatie 113Home


You need flash player to view this online publication