STOWA 2010-10 nieuwe sanitatie westland 5.3 De integrale afvalwaterketen Bekostiging van de afvalwaterzuivering In de centrale situatie vallen de kosten van de afvalwaterzuivering in de begroting van het waterschap. Bij de grondexploitatie wordt met deze kosten geen rekening gehouden. Ingezetenen gaan na ingebruikname van de woningen waterketenbelasting betalen. Hieruit worden beheer en stichtingskosten van het transportriool en de waterzuivering bekostigd. In de decentrale situatie worden de feitelijke kosten van de afvalwaterzuivering zichtbaar. Indien en voor zover deze kosten voor rekening van de gemeente komen, kunnen ze zelfs in de grondexploitatie worden ingebracht. Dat zou betekenen dat niet het waterschap maar de gebate vastgoedeigenaren in het exploitatiegebied de stichtingskosten van hun zuiveringsinrichting dragen. Dit kan een belangrijke drijfveer zijn om te kiezen voor decentrale oplossingen. De investeringen in de afvalwaterzuiveringsinrichting verdwijnen van de begroting van het waterschap. De waterbelastingen kunnen omlaag. Bekostiging van het riool In de bekostiging van het riool is iets dergelijks al aan de orde. De aanlegkosten worden in de grondexploitatie gebracht. Uiteindelijk worden deze kosten opgebracht door de gebate vastgoedeigenaren. Vervolgens wordt het riool overgedaan aan de gemeente, die alleen de beheerkosten en vervangingsinvesteringen draagt. In tabel 8 wordt dat ook zichtbaar. De feitelijke jaarkosten van de riolering (€ 318.009) zijn veel hoger dan de opbrengsten uit de rioolheffing (€ 154.800). In de referentiesituatie (scenario 1) ziet dit er als volgt uit. Tabel 8 Jaarkosten en heffingsinkomsten van de riolering in de referentiesituatie (scenario 1) Riolering Kapitaalkosten riolering Beheerkosten riolering Jaarkosten riolering Inkomsten rioolheffing Saldo rioolheffing - beheer € 281.797 € 36.212 € 318.009 € 154.800 € 118.588 Het tekort bedraagt € 163.209,-- per jaar. Aangenomen dat de investeringen in de grond exploitatie vallen is er echter sprake van een overschot van € 118.588,--. Vanuit dit overschot zullen de reserveringen voor de vervangingsinvesteringen moeten worden bekostigd. Gegeven een rekenlevensduur van het riool van 50 jaar kan hier vijftig jaar over worden gespaard. In de praktijk worden deze voorzieningen echter niet getroffen. Wel zijn thans de vervangingsinvesteringen aan de orde voor de oude rioleringen die met een piek in de jaren zestig zijn aangelegd, en waarvoor vijftig jaar geleden direct na oplevering ook geen vervangingsreserves zijn gevormd. In de komende jaren zal dit naar verwachting worden gecompenseerd door een significante stijging van de rioolheffing. 39 Pagina 49

Pagina 51

Heeft u een lesboek, turnpages of online onderwijscatalogi? Gebruik Online Touch: onderwijs catalogus online bladerbaar publiceren.

418 Lees publicatie 113Home


You need flash player to view this online publication