Een algemene trend in de landbouw is de schaalvergroting in Nederland. Als gevolg van de druk op de landbouwsubsidies, een groeiend aanbod uit niet-EU-lidstaten en de noodzaak om kosten te reduceren, hebben veel agrariërs de schaalvergroting omarmd. In Nederland is deze vergroting echter niet zo makkelijk te realiseren omdat de grondmarkt redelijk op slot zit. Met andere woorden: weinig agrariërs stoppen met het uitoefenen van de landbouwpraktijk. Of ze maken liever een verschuiving in productie naar bijvoorbeeld toerisme en recreatie dan dat ze het land verkopen/teruggeven aan de markt. Tevens is een trend te zien dat de agrariërs die wel echt stoppen met het uitoefenen van de landbouwpraktijk, het land steeds vaker liever aan projectontwikkelaars verkopen vanwege de hogere opbrengst, dan dat ze het land verkopen aan andere agrariërs. En dat is voor de agrarische sector een gemis aangezien het stoppen van landbouwbedrijven tot gevolg heeft dat er weer beweging in de grondmarkt komt. Dat is zeer wenselijk, omdat steeds vaker de grondmarkt ‘op slot’ zit, met als gevolg dat agrarische bedrijven niet kunnen groeien. Dit is een belangrijk gegeven als men kijkt naar de trend in de landbouw van de afgelopen decennia. Als voorbeeld kunnen we naar de melkveehouderij kijken. In Nederland zit een agrariër met 80 GVE (Groot Vee Eenheid) op het minimum van een levensvatbaar bedrijf. Een agrariër met 100 GVE zit op een goed bedrijfseconomisch niveau tegenwoordig, maar naar voorspelling zal een agrariër in 2015 op 140 GVE moeten zitten om bedrijfstechnisch met de markt mee te gaan. Uit dit simpele voorbeeld kun je al snel concluderen dat de Nederlandse landbouwbedrijven in de toekomst zullen moeten groeien en er dus automatisch minder agrarische bedrijven zullen zijn. De opbrengst van een hectare land verschilt per product dat van het land voortkomt. De akkerbouwbedrijven zijn het meest afhankelijk van de verzilting van het land. De gewassen die zij telen, zullen immers minder groeien in een zoute bodem. Vandaar dat hier voornamelijk naar deze bedrijven wordt gekeken. Tabel 3.1 geeft een overzicht van de opbrengsten en kosten van akkerbouwbedrijven per hectare voor verschillende gewassen. Deze cijfers zijn de gemiddelde opbrengstprognoses van ABN AMRO. Wintertarwe per hectare Fysieke opbrengst Prijs per 100 kg Totale opbrengsten Teeltkosten Loonwerk/mechanisatie Totale kosten Saldo 8.500 16 1.360 330 150 480 880 6.500 18 1.170 250 150 400 770 Zomergerst Zetmeelaardappelen 50.000 5 2.500 1.100 440 1.540 960 Suikerbieten 17 Tabel 3.1: Opbrengsten en kosten voor een aantal gewassen in 2007. 65.000 3 1.950 850 385 1.235 715 De cijfers in de tabel vormen een indicatie van de opbrengst op veenkoloniale gronden. De netto-opbrengst die een akkerbouwer zodoende kan halen op een hectare grond op het moment dat er geen sprake is Pagina 24

Pagina 26

Interactieve digi-rapport, deze relatiemagazine of mailing is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het naar een online publicatie omzetten van web catalogussen.

417 Lees publicatie 112Home


You need flash player to view this online publication