3. Zoet of zout 13 3.1 Inleiding Om de effecten van verzilting in een polder in te kunnen schatten, is het in eerste instantie van belang te onderzoeken welke gebruiksfuncties dit gebied heeft. Een polder is een strak afgebakend gebied. Binnen een dergelijk gebied is de landbouw vaak in overheersende mate aanwezig. De landbouw is in zijn productie doorgaans sterk afhankelijk van de bodem. Naast de landbouw zijn echter enkele andere partijen afhankelijk van de bodem en van de kwaliteit van de bodem, bijvoorbeeld de aanwezige natuur. Omdat veel bedrijven, zoals horeca, afhankelijk zijn van een aanwezige natuurlijke omgeving, wordt gekeken naar de economische implicaties van verzilting op de natuur en op deze bedrijven. Woningen die in de polder staan, zullen mogelijk ook de effecten van de verzilting ondervinden, omdat de omgeving verandert of omdat de bodemgesteldheid verandert. Een andere groep die wordt onderzocht, zijn bedrijven die in hun productie gebruik maken van het grondwater: industriële bedrijven en waterwinbedrijven. Het hogere zoutgehalte in het grondwater zal voor hen mogelijk implicaties met zich meebrengen. Het is daarbij nuttig om een onderscheid te maken tussen twee soorten actoren in het gebied: Maatschappelijke actoren. Voor het waterschap als institutie die het functioneel belang behartigt, heeft de acceptatie van verzilting per saldo het gunstigste effect op de welvaart. Als het schap een private instelling was geweest, had het bestuur hoogstwaarschijnlijk voor acceptatie van verzilting gekozen. Dat is immers economisch het meest rendabel. Maar het schap is een maatschappelijke actor, Pagina 20
Pagina 22Interactieve digi nieuwsbrief, deze drukwerk of handleiding is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het naar een online publicatie omzetten van internet onderwijsmagazines.
417 Lees publicatie 112Home