8 1.2.2 Decentraal drogen De mest kan ook decentraal worden gedroogd met zeolieten. Wanneer we een jaarproductie van ongeveer twintig bedrijven (80.000 m³) als basis nemen – een factor 100 minder dan in het voorbeeld van centraal drogen − dan heeft de dikke fractie een volume van circa 20.000 m³ en bevat deze 13.600 m³ water. Als we het water willen verwijderen over een periode van één jaar (zeg 7.500 uur vanwege onderhoud e.d.), dan betekent dit dat er circa 1,75 m³ per uur moet worden verwijderd. Daarvoor is 7 ton zeoliet nodig. Wanneer een cyclus van water onttrekken, regenereren van de zeoliet (dus water verwijderen bij hoge temperatuur) en afkoelen van de zeoliet tot 50 oC twee uur in beslag neemt, dan hebben we aan 14 ton zeoliet voldoende. In een jaar tijd produceert de decentrale installatie dus 6.400 ton droge mest. Ofwel 480 ton fosfaat, 400 ton stikstof, 160 ton kalium en 4.400 ton lignocellulose Plus nog circa 960 ton water en andere componenten. Voor het drogen van de mest met zeolieten is ook laagwaardige warmte nodig van 30 tot 50 oC. Wordt de mest per vrachtwagen vervoerd, dan bedragen de kosten ongeveer 10 € per ton. Een goedkoper alternatief is transport per binnenschip. Nieuw is dat niet: tot in de twintigste eeuw werd mest uit Friesland per ‘skûtsje’ bij de veehouder opgehaald, overgeladen op tjalken voor de gevaarlijke tocht over de Zuiderzee en afgeleverd bij de tuinders en bollenboeren in Zuid- en Noord-Holland. 1.3 Alternatief B: Met omzetting van organische stof in biogas Mede vanwege de Subsidieregeling Duurzame Energie wordt het economisch interessant om dierlijke mest, samen met gewasresten en reststoffen uit de voedingsmiddelenindustrie, om te zetten in biogas. Dat is een mengsel van circa 50-75 procent methaan (CH4), 25-40 procent kooldioxide (CO2), waterdamp en sporengassen. Met een aangepaste gasmotor kan biogas decentraal worden omgezet in elektriciteit en warmte. De elektriciteit wordt aan het net geleverd; de warmte verdwijnt in de meeste gevallen in de atmosfeer. De overtollige warmte kan ook worden gebruikt om digestaat, het product dat overblijft na vergisting, te drogen. Evenals de mest in Alternatief A wordt ook het digestaat eerst gescheiden in een dunne en een dikke fractie. De dunne fractie met een drogestofgehalte van circa 1 procent kan via ultrafiltratie en osmose worden gesplitst in afvalwater dat op het riool kan worden geloosd en een vloeistof die voornamelijk stikstof en kalium bevat. Deze kan als vervanger van kunstmest worden ingezet. 103301_Binnen.indd 8 18-05-2010 13:16:14 Pagina 15

Pagina 17

Interactieve web vakblad, deze publicatie of lesboek is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het van papier naar online converteren van digitale mailings.

414 Lees publicatie 109Home


You need flash player to view this online publication