6. OPTIES VOOR DE TOEKOMST 6.1. Noorwegen als voorbeeld? Noorwegen heeft sinds het jaar 2000 verschillende stappen genomen om LNG als brandstof in de mariene sector in te voeren. Anno 2009 zijn er onder andere drie grote ferries en vier bevoorradingsschepen in de vaart, die volledig op LNG zijn aangedreven. Deze schepen opereren uit twee havens, waardoor vraag naar LNG substantieel is (15-20.000 ton voor de ferries en 8-10.000 ton voor de bevoorradingsschepen per jaar). Invoering van LNG in de Noorse maritieme sector heeft sterk geprofiteerd van het reeds bestaande distributienetwerk ten behoeve van andere gebruikers (industrie en huishoudens). De marginale kosten van de bevoorrading van de schepen bleven daardoor betrekkelijk laag. De ferries die het eerst gebouwd zijn, worden gerund door een staatsbedrijf. De ecologische voordelen hebben dan ook zwaar gewogen, terwijl het tegelijk mogelijk was om met Gasnor lange termijn contracten af te sluiten voor de levering van LNG. Onder leiding van Gasnor is in de Oostzee het Magalog project uitgevoerd. Ondanks het feit dat het Oostzeegebied, en vooral de westelijke delen ervan, relatief dicht bij Noorwegen ligt, bleek de ontwikkeling van een kleinschalig distributienetwerk tegen dezelfde ‘kip-en-ei’ problemen aan te lopen als in Nederland. Het doorbreken van deze problemen vereist een grote investeerder, met een lange adem, die aanzienlijke risicos’s wil lopen. De kansen dat de private sector deze rol op zich wil nemen lijken daarom zeer klein. In 2008 heeft Noorwegen een NOx belasting ingevoerd voor de mariene sector. Alle bedrijven die hieronder vallen zijn verplicht hun NOx emissies te melden en een belasting te betalen van 11 NOK resp. 4 NOK per kg (€ 1,30 resp. € 0,47). Bepaalde bedrijven zijn van deze belasting vrijgesteld, o.m. internationale scheepvaart, om de concurrentiekracht niet te beïnvloeden. De inkomsten uit de belasting worden in het non-profit NOx-fonds gestort, waaruit projecten voor NOx reductie worden gesteund voor bedrijven die onder de NOx belasting vallen. 6.2. Investeringen in infrastructuur Volgens Gasnor is het bouwen van een kleine terminal (onder 10.000 m3) bijna geen optie vanwege de bevoorrading. Het is te kostbaar om een feeder schip een aantal kleine terminals te laten bevoorraden, ofschoon twee kleinere terminals van 5.000 m3, die dichtbij elkaar liggen zou mogelijk wel een optie zijn. De kosten van het aanleggen van een 10.000 m3 terminal liggen in de orde van enkele tintallen miljoenen euros. Een enigszins exactere raming is niet mogelijk omdat recent nieuwe technologieën zijn ontwikkeld, waardoor de kosten lager zullen zijn dan in het verleden 33 . LNG Europe is sinds 2009 bezig het tankstation in Oss operationeel te maken ten behoeve van de transport sector, in de eerste plaats Vos Logistics, die over 1.500 vrachtwagens beschikt. LNG Europe beoogt in 2012 een doorvoer van 20.000 ton LNG te realiseren. Begin 2010 waren er nog grote onzekerheden zowel over de inkoop als over afzet. In ieder geval was het niet waarschijnlijk dat LNG Europe aan mariene gebruikers LNG zou kunnen leveren die qua prijs met gasolie zou kunnen concurreren. 33 Volgens opgave van Gasnor. 15 Pagina 15
Pagina 17Scoor meer met een webwinkel in uw relatiemagazines. Velen gingen u voor en publiceerden cursussen online.
411 Lees publicatie 106Home