De Waddenzee en de Noordelijke kuststrook De commissie Veerman geeft voor de Waddenzee aan dat deze waarschijnlijk zal verdrinken bij een hogere stijgsnelheid van de zeespiegel (1,5 m per eeuw). Op dit moment heeft de Waddenzee (opp 2.400 km2) voor het bijhouden van de zeespiegelstijging van 3 mm/jr al ruim 7 Mm3 zand nodig. De kuststroom is hier niet groot genoeg voor, maar samen met de suppleties, waarvan uiteindelijk een groot deel in de Waddenzee terecht komt, houdt de bodem de stijging nu nog net bij. Omdat de Waddenzee voor haar voortbestaan nu al afhankelijk is van suppleties, is wat de aanvoer en sedimentatie van zand betreft een optie B-gebied. Er is een alternatief voor deze onnatuurlijke aanvoer en dat is het weer vrijlaten van de kustlijn van de Waddeneilanden. Door de Waddeneilanden weer langzaam naar binnen te laten schuiven komt veel sediment vrij dat in de vraag van de Waddenzee kan voorzien. Een terugschrijden van slechts 30 cm per jaar van de kustlijn kan al voorzien in de zandvraag van de hele Nederlandse Waddenzee. Een vijf maal grotere zeespiegelstijging – waar de commissie Veerman van uitgaat - zou de zandbehoefte van de Waddenzee doen toenemen tot 35 Mm3 per jaar. Alleen een extreme toename van de suppleties zou hierin kunnen voorzien, of het accepteren dat de Waddeneilanden jaarlijks ca 1,5 m naar binnen opschuiven. Wat de slibstroom betreft, die bijdraagt aan de opwas van kwelders, zijn de vooruitzichten voor de Waddenzee iets gunstiger. Momenteel blijft maar 5% van het slib dat de Waddenzee binnengaat bij vloed in het gebied achter, dus is er nog voldoende beschikbaar. Ook blijken met name de lagere kwelders snel te kunnen groeien, met wel 2 cm per jaar. Het is daarvoor van belang dat de kwelders in een goede ecologische toestand blijven verkeren, waarbij ze goed bereikbaar zijn voor het slibrijke water en er voldoende begroeiing is die het slib in kan vangen. Wat de slibstroom betreft is de Waddenzee nog steeds een optie A gebied. Bij een hogere zeespiegel zal ook het watervolumes toenemen dat per getijdeslag de Waddenzee in- en uitstroomt. Dit betekent dat ook zeearmen dieper zullen uitslijten, waarbij zand en slib vrij komt. In hoeverre dit een bijdrage kan leveren aan het behoud van delen van de Waddenzee is onduidelijk. Voor de binnendijkse zeekleigebieden van Noord Holland, Friesland en Groningen geldt hetzelfde principe als voor de zeekleipolders in de Zuidwestelijke delta. Door de aanvoer van slib, dat nog voldoende in de Waddenzee aanwezig is, kan een deel van het binnenland, na ontpoldering, mee blijven groeien met de zeespiegelstijging. Veengebieden Een groot deel van de Nederlandse lagune is ooit gevuld geweest met veen. Tussen 5000 en 2500 jaar geleden zijn metersdikke pakketten laag- en hoogveen afgezet. De bekende veenweidegebieden in Noord- en Zuidholland zijn daarvan het restant. De veengroei is deels gestopt omdat de zee weer toegang kreeg tot het noorden en zuidwesten van het land. In de andere delen van Laag Nederland is de veengroei echter gestopt door menselijk ingrijpen in de waterhuishouding. Herstel van veengroei is momenteel nergens aan de orde. Alleen in enkele natuurgebieden vindt accumulatie van plantenresten plaats, maar vaak worden die na verloop van tijd weer wegebaggerd, om de bodem niet te ver te laten stijgen en de bijzondere verlandingsvegetaties in stand te houden. De kansen voor verlanding op grotere schaal, bv in veenweidegebieden die permanent ca. 1 m onder water zijn gezet, zijn nog nooit doorgerekend. Verdere aangroei van het land, door een fase van hoogveenvorming bovenop het laagveen, is waarschijnlijk geen optie omdat hoogveen veel langzamer groeit. Daarom zou ingezet moeten worden op een optimale laagveensituatie waarin zoveel mogelijk plantenresten beschikbaar zijn die onder water worden afgezet. Na een fase van laagveenvorming zou het gebied dan weer in gebruik genomen kunnen worden voor menselijk gebruik. 15 Pagina 14
Pagina 16Interactieve e-relatiemagazine, deze reclamefolder of onderwijscatalogus is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het digitaliseren van digi lesmateriaal.
409 Lees publicatie 104Home