3. Opfokkers, vermeerderaars en broederijen 3.1. Aanpak start Nadat de start gemaakt is met de vleeskuikenhouders, zijn er meerdere sessies geweest met verschillende bedrijfsteams voor de vermeerdering en de opfok. Er werd telkens gezamenlijk met Aviagen en de specialist van het desbetreffende mengvoerbedrijf een vermeerderaar bezocht. Daarbij werd tekst en uitleg gegeven over de onderwerpen en een basis van vertrouwen gerealiseerd voor de gezamenlijke aanpak. Er is steeds gestart vanuit de broederij (behalve bij Lagerwey, waar begeleiding minder nodig was). De buitendienst van Aviagen speelt een actieve rol in het ondersteunen van dit proces. Daarnaast is er een groepsbijeenkomst geweest bij broederij van Hulst waarbij alle vermeerderaars, dierenartspraktijken, mengvoervoorlichters en de specialisten van Aviagen aanwezig waren. Ook hier werd duidelijk dat er grote bereidheid was tot medewerking. Er werd aangegeven dat robuustheid van het uitgangsmateriaal voor hen een belangrijk item was voor het wel of niet slagen van het programma. De maatschappelijke discussie over het gebruik van antibiotica was ook deze groep pluimveehouders niet ontgaan en ze wilden er graag hun steentje aan bijdragen. 3.2. Gegevensverzameling De cyclus van monitoring kan voor de opfok en de vermeerdering in een rustiger tempo plaatsvinden dan voor de vleeskuikenhouders. De bedrijfsteams zijn inmiddels gestart met het invullen van de basisgegevens en de eerste metingen zijn verricht m.b.t. klimaat‐ en wateronderzoek. Periodiek gaan de gegevens door naar de database van 2SS. Gegevens met betrekking tot de nulmeting zijn nog niet beschikbaar. 3.3. Broederijen Met de broederijen is afgesproken dat ze ook meerdere parameters zullen bijhouden. Bij de kuikens die afgeleverd zullen worden aan de deelnemende vleeskuikenhouders, zullen de volgende extra metingen verricht worden:  Bepaling van het eigewicht (bij inleggen) van 10 broedlades,  Bepaling van het kuikengewicht direct bij uitkomst van deze 10 broedlades,  Mate van bevuiling van de eieren (volgens een vijftal foto’s),  % uitkomst (=aandeel verkoopbare kuikens) per VB,  Uitval eerste week terugrapportage van de vleeskuikenhouder. De wens is om ook extra onderzoek te verrichten naar het voorkomen van Stafylokokken Aureus. Deze bacterie is zwaar verantwoordelijk voor kreupelheid (arthritis en synovitis) bij de jonge dieren. Gedachte is om per week één broederij de dons vanuit de uitkomstkasten te laten onderzoeken op S. Aureus. Deze bacterie hoort niet voor te komen in de broederij en zegt iets over de totale hygiënestatus van de broederij en de mogelijke infectiedruk bij het jonge kuiken. In het Innovatieprogramma is niet in deze analyse voorzien. 2SS zal met InnovatieNetwerk bespreken of er mogelijk met enkele posten geschoven kan worden om geld beschikbaar te krijgen voor dit extra onderzoek. 3.4. Eerste ervaringen Het is nog te vroeg voor meldingen. De vleeskuikenhouders zijn werkelijk nieuwsgierig naar de grotere ketentransparantie en hopen daarmee op termijn een robuuster kuiken in de stallen te mogen verwelkomen. Feitelijk is dit 14 Pagina 13

Pagina 15

Interactieve web rapport, deze editie of lesmateriaal is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het naar een digitale publicatie omzetten van everenigingsbladen.

657 Lees publicatie 1Home


You need flash player to view this online publication