44 de eendenkroosverdeling op de vijver niet homogeen was (met een gemiddelde kroosdichtheid van 350 g vers/m2 en een standaarddeviatie van 50 g vers/m2. Het ontwerp van de vijver is dus niet optimaal; dompelpompen zorgen voor verschil in kroosdekdichtheid. Het kroos hoopt zich op in de bochten van de vijver en wordt dichtbij de pompen uit elkaar getrokken. Deze variatie heeft tot gevolg dat de optimale kroosdichtheid niet in de gehele vijver bereikt kan worden, waardoor het kroos niet optimaal kan groeien. Hierdoor ontstaat een verschil in uitkomst tussen het model en de werkelijkheid, omdat het model wel uitgaat van een homogeen kroosdek. 2.5.4 Oogstmanagement De ongelijke verdeling van het kroosdek heeft ook invloed op het oogstmanagement van het eendenkroos. Het moment van oogsten en de hoeveelheid te oogsten kroos kunnen worden gebaseerd op de groeiomstandigheden in de kas en de kroosdichtheid. Wanneer het kroos niet homogeen verdeeld is, kan het juiste moment van oogsten niet goed worden bepaald en moet het oogstmanagement door menselijk inzicht worden aangestuurd. Dit suboptimale oogstmanagement draagt ook bij aan het verschil tussen het model en de gemeten oogst. Ten slotte heeft dit oogstmanagement ook invloed op de modelvalidatie, omdat het geoogste kroos niet overeenkwam met de hoeveelheid kroos die op een bepaalde dag gegroeid was. Een oogst van bijvoorbeeld 200 kg vers/dag hoeft niet overeen te komen met de groei van die dag. In de aanbevelingen zal hier nog verder op worden ingegaan. 2.5.5 Kunstmatige klimaatdata Een andere factor zijn de toegepaste data voor het model. Het dataloggersysteem heeft alleen de maanden mei tot en met november gemeten. Om een jaarrondberekening te doen, waren data van het hele jaar nodig. Voor de resterende maanden zijn daarom “kunstmatige” data gecreëerd. Deze data zijn gebaseerd op het SEL-jaar (standaard Nederlands klimaat) en weerdata van weerstation Haaksbergen. Hierdoor kunnen verschillen ontstaan tussen de daadwerkelijke oogst en de oogst volgens het model. Dit verschil is echter beperkt omdat het de wintermaanden betreft, waarin nagenoeg geen eendenkroos groeide. 2.5.6 Nutriëntensamenstelling Het toevoegen van nutriënten aan de eendenkroosvijver werd gestuurd op grond van de EC-waarde en de pH van het water. De EC-waarde is een waarde voor de totale hoeveelheid ionen in het water. Het model neemt aan dat de beschikbaarheid van nutriënten in het water geen limiterende factor is voor het kroos. De hoeveelheid beschikbare nutrienten voor het eendenkroos was in werkelijkheid niet constant en kan Pagina 51

Pagina 53

Scoor meer met een webwinkel in uw mailings. Velen gingen u voor en publiceerden cursussen online.

644 Lees publicatie 256Home


You need flash player to view this online publication