Tabel 9: Meetwaarden zuurstofgehalte in de kroosvijver. Datum 9-6-2015 1-7-2015 11-7-2015 24-7-2015 31-7-2015 7-8-2015 21-8-2015 7-9-2015 25-9-2015 3-10-2015 percentage zuurstof <1% 25% 74% 53% 42% 54% 50% 73% 85% 77% 2.3.6 Kroosdichtheid en oogst Tijdens het groeiseizoen is gestreefd naar een optimale kroosdichtheid op de vijver. Vanuit de literatuur zijn waarden van 400-1.000 gram vers/m2 bekend (Frédéric et al., 2006). Dit verschilt per kroossoort en komt overeen met de gemeten waarden. Op plaatsen waar het kroos stapelt, kan tot wel 2.000 gram vers/m2 drijven. Vuistregel is dat het gehele oppervlak bedekt moet zijn, zodat alle inkomend zonlicht wordt benut. Stapeling van kroos moet echter vermeden worden, om afsterving te voorkomen. In de praktijk is meestal geoogst op het moment dat het kroos op enkele plaatsen begon te stapelen. Oogsten is tot augustus gedaan met een schepnet. In augustus is het oogsten gemechaniseerd door middel van een langzaam draaiende zeefband (zie Figuur 14). Deze bleek goed in staat om het kroos te oogsten. Automatisering van de oogst is eenvoudig te realiseren door met sensoren de bladgroendichtheid te bepalen en bij een bepaalde bandbreedte de oogst te starten/stoppen. Figuur 14: Links en midden: oogst van eendenkroos met een eenvoudige zeefband. Rechts: de kroosdichtheid na oogsten. Het geoogste kroos is dagvers door het rantsoen van de kalveren gemengd. Het aandeel droge stof is bepaald met behulp van een infrarooddroger bij 105 °C (zie Figuur 15). Dit varieerde van circa 5 tot 7% van het versgewicht. Door het kroos na de oogst nog enkele uren op Pagina 47

Pagina 49

Voor archief, online onderwijs catalogi en club bladen zie het Online Touch content management system systeem. Met de mogelijkheid voor een web winkel in uw artikelen.

644 Lees publicatie 256Home


You need flash player to view this online publication