Tabel 1: Eisen die aan wilgensoorten worden gesteld bij verschillende toepassingen (uit [52]). 2 . 3.2 Aanleg, be he er, oogs t en v erwijde ring Voorafgaand aan het planten is het nodig om het terrein te ploegen en/of te frezen en vervolgens te eggen. Daarmee wordt een goed plantbed gecreëerd waarmee het plantwerk wordt vergemakkelijkt en het aanslaan van de wilgen wordt bevorderd ([13],[41]). Aan het begin en het einde van de plantage moeten voldoende grote kopakkers worden aangelegd, zodat machines bij aanplant, onkruidbestrijding en oogst gemakkelijk kunnen keren en manoeuvreren. Een kopakker moet minimaal 10 meter breed zijn ([41]). Bovendien is het aan te bevelen om lange rechte rijen (van minimaal 100 meter of meer) aan te leggen, zodat de machines weinig tijd verliezen met keren. Een algemeen toegepaste ‘standaard’ voor de aanleg van wilgenplantages is het Zweedse systeem met dubbele plantrijen. Dit systeem heeft als voordeel dat een plant-, oogst-, of wiedmachine in één werkgang twee rijen kan oogsten. Bij het Zweedse systeem is de afstand tussen twee rijen 75 centimeter en de afstand tussen de dubbele rijen 150 centimeter (zie Figuur 2). 9 Pagina 12

Pagina 14

Scoor meer met een e-commerce shop in uw tijdschriften. Velen gingen u voor en publiceerden onderzoeksrapporten online.

585 Lees publicatie 239Home


You need flash player to view this online publication