18 De relatieve weergave geeft een iets ander beeld. De relatieve afname is vooral groot nabij grote steden en gebieden met weinig agrarisch gebied, zoals langs de kust of op de Veluwe. Opvallend is hier ook weer de Noord-Oostpolder. Gemiddeld komt 26% van de totale agrarische bebouwing tot 2030 vrij. In Bijlage 1 staan de cijfers per provincie weergegeven. Te koop: karakteristieke agrarische bebouwing in de Noordoostpolder. Bron: www.funda.nl. 3.3 Bouwjaar en bedrijfstypen Als we kijken naar de bouwjaren van de vrijkomende agrarische bebouwing (Figuur 8), dan blijkt dat ongeveer de helft van deze gebouwen dateert uit de periode 1970–2000. Deze periode kenmerkt zich door een sterke rationalisatie en schaalvergroting in de landbouw. De start van het bouwen van ligboxenstallen in de melkveehouderij dateert bijvoorbeeld van 1970 (Bieleman, 2008). Streekgebonden bouwen was in die tijd niet meer aan de orde. Stallen werden op de meest efficiënte en goedkope manier gebouwd. Gebrek aan architectonische kwaliteiten en regionale verschillen maakt dat deze gebouwen een beperkte (cultuur)historische waarde hebben. Figuur 8: Aantal vierkante meter vrijkomende agrarische bebouwing naar bouwjaarperioden (bron: BAG, GIAB, TOP10-NL, eigen bewerking Alterra). Pagina 29

Pagina 31

Heeft u een lesboek, virtualpaper of e-vaktijdschriften? Gebruik Online Touch: maandblad digitaal zetten.

583 Lees publicatie 238Home


You need flash player to view this online publication