doordat oerwouden worden gekapt om op de arealen ingrediënten voor veevoer te verbouwen, door de emissies van dieren, en door het gebruik van fossiele energie omdat dierlijk eiwit nu eenmaal veel meer energie vraagt dan plantaardig eiwit. De veehouderij draagt wereldwijd ook nog steeds bij aan de vernietiging van natuurlijke habitats, denk aan woestijnvorming en erosie door overbegrazing en erosie zoals we dat duizenden jaren geleden rond de Middellandse Zee hebben gezien. Door de industrialisering, ‘chemisering’ en monopolievorming verliest de akkerbouw het laatste restje onschuld. Bedrijven als Monsanto zetten wereldwijd middelen als round-up, pentagon en squadron in. Ze ontwikkelen zaden met de naam ‘terminator’ (bewust slechts eenmalig bruikbaar) en claimen indirect plantensoorten door patenten op eigenschappen vast te leggen. Genetische manipulatie van gewassen en dieren kan ons vroeg of laat confronteren met onvoorziene ecologische en economische effecten. Inmiddels is de landbouw ook onderdeel geworden van mondiale financiële systemen, met alle speculatie en monopoliespelen die daarbij horen. In India plegen jaarlijks duizenden boeren zelfmoord omdat ze in de commerciële fuik zijn gelopen. Zijn ook westerse boeren straks gevangen in een netwerk van producten met dubieuze kwaliteit, beschermd met patenten waar je moeilijk omheen kunt? De lijst van uitdagingen aan de landbouw is nog groter. Het gebruik van hulpmiddelen, zowel fossiele brandstof als water als kunstmest in de vorm van fosfaat stelt hoge eisen aan de efficiëntie. Het gebruik van fosfaat loopt al binnen enkele decennia tegen grenzen van uitputting aan. Het gebruik van bestrijdingsmiddelen is nog steeds een probleem. Overal in de wereld klagen imkers dat hun bijenvolken het slecht doen en de honingproductie achteruitgaat.3 Het zou aan de verspreiding van parasitaire mijten kunnen liggen of de verschraling van het aanbod aan honingplanten in het landelijk gebied, maar er zijn ook serieuze aanwijzingen dat het gebruik van pesticiden een rol speelt. De landbouw begint zichzelf te bedreigen. erug naar de Nederlandse situatie. Wat nu met de drie thema–s van Veerman? Op het landschap kom ik in de volgende paragraaf terug. De landbouw van voorgaande eeuwen bood nog ruimte voor een deel van de soorten die ooit in meer complete ecosystemen voorkwamen. Die ruimte is voor hogere planten vrijwel tot één gereduceerd: Engels raaigras, maïs of aardappelen. Op de percelen groeit alleen wat er uit economisch opzicht moet groeien: geen bloem of vogel, slechts vermarktbare producten. Zelfs de grondgebonden landbouw lijkt de aarde slechts als grondstof in te zetten en slaat zijn materialen en levende have op in bouwsels die zijn opgetrokken uit damwanden. In de EHS wordt nog veel getuinierd om voormalige landbouwsystemen in stand te houden. Dat is kostbaar, niet erg effectief en op termijn niet duurzaam. Zolang er mensen zijn die hechten aan deze vormen van tuinieren en er het geld voor over hebben, is er minder op tegen dan agrarisch natuurbeheer, omdat het om publiek toegankelijke gebieden gaat en ze uiteindelijk natuurgebied kunnen worden. Landbouw kan naar zijn aard nooit gepaard gaan met een rijke natuur en duurzame autonome systemen. Laten we de landbouw verlossen van irreële verwachtingen en tegelijk de natuur bevrijden en ruimte scheppen voor robuuste systemen waar de mens ook de ruimte in kan krijgen. Ook voor mensen is immers geen 3 Zie bijvoorbeeld het artikel van Pek van Andel in NRC van 23 oktober 2010. Zie ook www.bijenhouders.nl. 144 145 Pagina 73

Pagina 75

Interactieve espaarprogramma, deze uitgave of krant is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het converteren naar een online publicatie van internet clubbladen.

546 Lees publicatie 216Home


You need flash player to view this online publication