van predatoren is armetierig ingevuld. De otter kon zonder veel protest terugkomen, misschien de lynx ook nog, maar de wolf? In de Verenigde Staten is de laatste decennia veel onderzoek gedaan naar de invloed van predatoren. Darwin had al in de gaten dat het vreemd was dat alle grote dieren hier ontbraken en sprak over een continent van pygmeeën. De eerste mensen hadden al een kaalslag veroorzaakt. De tweede kaalslag, het verdwijnen van onder meer otters en bevers, werd door Thoreau beschreven. Ook in de bodem onder de Oostvaardersplassen vinden we de botten van grote grazers en predatoren die kort na de ijstijd vertrokken of zijn uitgeroeid. De kleinere soorten hebben we de laatste tweeduizend jaar grotendeels verwijderd. Uit het Amerikaanse onderzoek van predatoren blijkt hun invloed veel groter te zijn dan je zou verwachten (zie bijvoorbeeld Stolzenburg, 2008). Dat begint al in het klein: als je zeesterren, die van mossels leven, systematisch wegvangt, verandert de hele samenstelling van kustbewoners. Vang je orka’s, dan gebeurt en van alles met de visetende metapredatoren en veranderen ook de vispopulaties die van plankton of kleine zeedieren leven. Als je de predatoren weghaalt, dan gaan de metapredatoren uitbreiden en verandert ook alles daaronder in de voedselpiramide. Op eilanden die in het oerwoud ontstonden door stuwdammen werd bij afwezigheid van roofdieren alle vegetatie weggegeten. In Yellowstone waren begin vorige eeuw de wolven uitgeroeid. De grazers namen sterk toe in aantallen. Bovendien konden de grazers, vooral elanden, niet meer met de seizoenen in en uit het park trekken. De vegetatie werd erg eenzijdig en de structuur van de ecosystemen in het park veranderde. Na jaren van discussie, die niet voor niets bekend werden als de wolfe wars, keerden er in 1995 eindelijk een paar wolven in het park. Het effect was dramatisch. De diversiteit nam snel toe, vegetaties en het visbestand in de rivieren veranderden. Er was niet alleen sprake van predatie, 130 maar ook de verspreiding en het gedrag van dieren veranderden. Bekende Amerikaanse ecologen als Soulé en Wilcox (1980) kwamen tot nieuwe inzichten. Soulé, die in het verleden had gepleit voor vergroten en verbinden, kwam met een nieuw adagium: ‘cores, corridors and carnivors’. Volgens Soulé hielp het vergroten en verbinden niet als er geen ruimte was voor predatoren. In de Verenigde Staten ontstond vervolgens een discussie of de introductie van ‘pygmee-predatoren’ wel genoeg was. Zouden de grote dieren die na de ijstijd waren uitgeroeid niet terug moeten keren voor een adequaat beheer? Omdat die grote grazers (mammoet) en predatoren (sabeltand) niet meer bestaan, zouden olifanten en leeuwen uit Afrika moeten worden geïmporteerd – een idee dat veel weerstand opriep. Is hier nu daadwerkelijk sprake van een Copernicaanse wending of is het een zoveelste modeverschijnsel? Het perspectief van natuurbeschermers is de afgelopen eeuw vaak veranderd. Die veranderingen waren bijna altijd reacties op externe druk: de jacht liep uit de hand, landbouw intensiveerde of gebieden raakten versnipperd. De eerste tachtig jaar van de vorige eeuw stond het natuurbeleid in het teken van het behoud en de instandhouding van de restanten van ecosystemen. Een enorm verlies aan biodiversiteit en landschapskwaliteit was het gevolg. Nu zien we dat de twintigste eeuw in Nederland veelal te maken had met ecosystemen waarvan de houdbaarheidsdatum was verstreken. Met intensief beheer, hoge kosten en beperkt succes probeert men die datum nog op te rekken. Ook gebieden met een veel hogere mate van natuurlijkheid, zoals de Waddenzee en de Delta, stonden onder hoge druk en verloren veel kwaliteit. Een op behoud gerichte strategie kan in dit dynamische land nooit voldoende zijn omdat er altijd verlies zal optreden. Een ontwikkelingsgerichte strategie is alleen op grond van dit argument 131 Pagina 66

Pagina 68

Voor spaarprogramma, online nieuwsbrieven en PDF-en zie het Online Touch content management system systeem. Met de mogelijkheid voor een web winkel in uw catalogi.

546 Lees publicatie 216Home


You need flash player to view this online publication