onregelmatig, met meer overstromingen als gevolg. In de negentiende eeuw traden in de Alpiene gebieden enorme lawines en erosie op door ontbossing. In Nederland waren zandgronden zo uitgemergeld dat er alleen nog heide groeide, en zelfs die werd zo overbegraasd dat er zandverstuivingen ontstonden. Mann (2012) laat zien dat in grote delen van China in de negentiende eeuw erosie en watersnood optrad na de introductie van gewassen uit Zuid-Amerika. In de Verenigde Staten woei in de twintigste eeuw de vruchtbare bodem van hele staten weg na overbegrazing. Altijd wisten we het. George Perkins Marsh ging in Man and Nature (1864) al uitgebreid in tegen het idee dat de invloed van de mens beperkt zou zijn. Hij liet zien hoe de oude mediterrane culturen in elkaar waren gestort door misbruik van het milieu, en dat dit proces over de hele wereld nog steeds voortging. Hij zag er een bedreiging in voor de Verenigde Staten zelf. E.O. Wilson beschrijft in De toekomst van het leven (2002) dat we door een flessenhals moeten. De mondiale bevolking zal tot 2050 nog fors toenemen en ergens tussen de 9 en 14 miljard uitkomen. Eind van de eeuw zouden we dan op 9 miljard kunnen zitten. Hij geeft aan dat de graanproductie nu al voldoende is om 10 miljard Indiërs te voeden, maar dat daarvan vanwege hun omzetting van graan in vlees slechts 2,5 miljard Amerikanen kunnen leven. Met een uitgebreid pakket aan maatregelen denkt hij een groot deel van de soorten en ecosystemen door de flessenhals te kunnen halen. Kostbaar hoeft het niet te zijn: met een promille van het bruto mondiaal product kan al veel worden bereikt. Dat komt neer op een dollarcent per kop koffie. In Nederland is de biodiversiteit de vorige eeuw achteruit gehold. De soorten die bij het agrarische cultuurlandschap hoorden of 100 101 onder invloed van visserij stonden, gingen − en gaan nog steeds − hard achteruit: vogels en planten verdwijnen uit akkers en weiden. Het gebruik van bestrijdingsmiddelen is nog steeds extreem hoog en het effect op insecten is rampzalig. Het gebruik van de zee is buitensporig intensief: van veel diersoorten komen oudere jaarklassen vrijwel niet meer voor. Het wad is nog ernstig beschadigd. Uniek in de wereld was de keuze eind jaren tachtig om de restanten van natuurgebieden te vergroten en verbinden met het concept van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De flora en fauna in die natuurgebieden begon zich de laatste jaren in enige mate te verbeteren dankzij betere milieucondities en de uitbreiding van leefgebieden. Het besluit om een EHS te ontwikkelen, lijkt de voorlopig laatste keer dat er sprake was van voluntaristische planning: een plan dat niet voortkwam uit de markt of uit noodzaak, maar omdat we het goed vonden voor de publieke zaak. Samenvattend hebben mensen al millennia grote invloed op het voortbestaan van soorten en ecosystemen. Ze hebben echter pas sinds kort inzicht in het tempo, de maat en schaal waarop ze soorten uitroeien. De bescherming van biodiversiteit en wildernissen is plotseling in het perspectief van mondiale verhoudingen komen te staan. Juist in die context hebben we weinig ervaring met effectieve strategieën en regelgeving. Positief is dat we meer zicht hebben op wat er gebeurt; bovendien lijken de problemen technisch niet onoplosbaar. De restauratie van verzilte, verdroogde en geërodeerde gebieden is een van de belangrijkste opgaven van de komende eeuw. Als dat ons lukt, wordt de druk op de gebieden die nu nog een hoge biodiversiteit kennen, stukken minder. Pagina 51

Pagina 53

Scoor meer met een e-commerce shop in uw vaktijdschriften. Velen gingen u voor en publiceerden drukwerk online.

546 Lees publicatie 216Home


You need flash player to view this online publication