de horizon plaatsen. We moeten systemen en processen ontwerpen waarmee Nederland een ecologische basis krijgt voor lange-termijnontwikkeling van de samenleving. • Om de biodiversiteit op lange termijn veilig te stellen, is het van belang systemen te kiezen die voldoende groot zijn en adequaat verbonden om veranderingen op te vangen. Min of meer complete systemen die weinig ingrijpen vragen, hebben de voorkeur. Het ecologiseren van de samenleving staat pas aan het begin. Als we onszelf als onderdeel van de natuur zien, is er veel meer mogelijk dan wanneer we blijven hangen in de oude tegenstelling en scheiding van functies zoals die in het modernisme gestalte kreeg. De oude combinatie landbouw-natuur is op de keper beschouwd een van de minst perspectiefvolle. Allerlei nieuwe functies zoals waterberging, infrastructuur, bedrijventerreinen en stedenbouw bieden meer kansen. Wonen en werken moeten niet tegenover natuur worden gezet: er zijn juist tal van kansen voor rijke combinaties. Zodra we stoppen met vergiftigen, jagen en verjagen, komt wat zeldzaam of schuw was heel snel terug in de stad. • Gezien de dynamiek op mondiale schaal moeten we meer aandacht geven aan de functie die Nederland in een internationaal perspectief vervult. Het gaat hierbij om trekvogels in bijvoorbeeld het Waddengebied, om de vissen en andere organismen die tussen de zee en onze rivieren trekken, en om de grote terrestrische systemen die, zeker in West-Europa, nog steeds versnipperd en verarmd zijn. Als het klopt dat mensen vooral hechten aan het landschap en de natuur van hun jeugd, dan zal de volgende generatie natuurliefhebbers rigoureus andere beelden hebben dan voorgaande generaties. Ook de gevoelens die ze erbij hebben en de betekenissen 202 die ze eraan toekennen, zullen wezenlijk anders zijn. Waar vorige generaties natuurliefhebbers vooral het verlies van het rijke agrarisch cultuurlandschap meemaakten, hebben huidige generaties misschien al meer een beeld van een natuur die kansen benut als ze die krijgt, en zullen volgende generaties wellicht verandering en dynamiek verwelkomen. Heel concreet zag een natuurbeschermer van enkele decennia geleden schrale, bloemrijke weilanden met vogels die insecten en bodemdiertjes eten, zoals grutto’s en kemphanen, als natuur. De generatie van nu ziet in haar dagelijkse leefomgeving vette weilanden met grazende vogels als ganzen en een wildernis met grote grazers als natuur. In de samenleving bestaan verrassend grote verschillen in opvatting over de relatie mens-natuur, over de verantwoordelijkheden en risico’s, en over de vraag wat voor natuur we willen. De maatschappelijke discussie over natuur is een weerspiegeling van de pluriformiteit van de samenleving. Niet alle groepen worden even goed gehoord en gerepresenteerd. Ook de politieke machtsbalans representeert de maatschappelijke verhoudingen niet zonder meer. Ook de verhouding burger-deskundige laat wel eens te wensen over. Burgers zijn vaak gehecht aan de leefomgeving waarmee ze vertrouwd zijn: een factor van belang. De energie waarmee lokale en regionale organisaties voor de kwaliteit van hun leefomgeving opkomen, verdient waardering. Meer lokaal eigenaarschap is een interessant perspectief. Ook onder deskundigen zijn de verschillen groot. Die verschillen moeten gehonoreerd worden. Aan de overheid de taak om het grote goed dat pluriformiteit inhoudt, te borgen. Tegen deze achtergrond pleit ik voor diverse en vitale ecosystemen die een bijdrage leveren aan internationale samenhang. Het 203 Pagina 102

Pagina 104

Voor archief, online clubbladen en vaktijdschriften zie het Online Touch content management system systeem. Met de mogelijkheid voor een web winkel in uw vaktijdschriften.

546 Lees publicatie 216Home


You need flash player to view this online publication