verhuizing van een bewoner er niets meer wordt gedaan aan het groen. Bovendien willen wij stimuleren dat groen bewoners bij elkaar brengt. Voor de aanleg van een geveltuin geldt deze regel niet. Het gaat hier namelijk meestal om individuele verzoeken. Bron: Beleidsnota Groenparticipatie, oktober 2010. Daarnaast beheert de gemeente elders in de stad als onderdeel van het reguliere groen zelf fruitbomen (door eigen bomenonderhoudsploeg). Beheer Voor het beheer van participatiegroen (o.a. fruitbomen) wordt gebruik gemaakt van een participatiecontract met daarin voorwaarden voor het beheer. Participatiegroen is onderdeel van de nevengroenstructuur, is kleinschalig en op buurtniveau. De grond blijft eigendom van de gemeente. Dit contract wordt aangegaan voor onbepaalde tijd, met de mogelijkheid op te zeggen met een termijn van drie maanden. Er worden voorwaarden voor het beheer in geregeld: geen verharding, geen bestrijdingsmiddelen, geen bouwwerken, bomen blijven in principe in onderhoud bij de gemeente (voor fruitbomen wordt dit per overeenkomst bekeken), financile zaken (geen vergoeding bij schade door werkzaamheden aan kabels en leidingen, geen vergoeding voor verrichte arbeid) en ook voor de communicatie met omwonenden en tussen initiatiefnemers en gemeente. In bijvoorbeeld Drielanden, onderdeel van de wijk Waterland, is het beheer geregeld met een werkgroep vanuit de wijk. De wijk kan gekenschetst worden als een ‘witte wijk’. Waterland wordt gepresenteerd als een ecologische wijk: mensen komen hier wonen vanwege het groen (aldus bewonersgroep). Er zijn 425 woningen, waarvan 95% koopwoningen. Hier staan 60 fruitbomen, waarvan een deel in de tuinen van bewoners. Het initiatief kwam vanuit de bewoners, er werd een werkgroepje geformeerd. Daarin zitten sinds de oprichting (in 1997) circa zeven mensen, met een kern van twee à drie actieve trekkers. Verloop is nog niet aan de orde geweest. De kennis had men in huis, de initiatiefnemer komt uit de fruitteelt. Hij leidde de anderen op voor het snoeien. Er is met de gemeente een adoptiecontract voor deze bomen. “De bomen zijn van ons (= de bewoners)”, zegt de initiatiefnemer. 32 Aanbevelingen voor buurtboomgaarden (Mark Ronda) Garandeer dat een brede groep bewoners het initiatief draagt. Gemeente moet alleen faciliteren. Gun het bewoners om hun eigen keuze te maken. En zorg ervoor dat, mocht de bewonerssteun aflopen, het project terug kan vallen in het reguliere beheer door de gemeente. Communicatie (uit beleidsnota) Een actieve rol van de bewoners maakt ook een meer intensieve communicatie over groen en stedelijke natuur noodzakelijk. Het is van groot belang dat de gebruikers weten welke rol ze kunnen spelen, hoe ze het groen kunnen gebruiken en wat de kwetsbare aspecten zijn van het gebruik. Met het oog op deze relaties is groenparticipatie ook een onderdeel van Natuuren Duurzaamheidseducatie. In de beleidsnota “Groeien en bloeien” wordt gesteld dat de (mede)verantwoordelijkheid voor het groen in de leefomgeving een rol kan spelen in het verankeren van bewustwording en gedragsverandering op het vlak van het duurzaamheidsbesef. Via de website van de Duurzaamste Stad, www.mijnwijk.groningen.nl en de vernieuwde website van de gemeente Groningen zal meer informatie over de mogelijkheden en voorwaarden voor groenparticipatie worden verspreid. Een nieuw initiatief: Hoornse Meer Een boomgaard in de Hoornse Meer, een vrij nieuwe wijk aan de zuidkant van Groningen, gebouwd in de jaren negentig. Er zijn zowel huur- als koopwoningen, de populatie is gemengd, het is geen typische gezinswijk. Bewoners hebben voorgesteld om op een terrein naast de natuur peelplaats, s dat nu nog vrij ruig is en in gebruik is als hondenuitlaatplek, een buurtboomgaard te realiseren. De initiatiefnemers vonden goed gehoor bij de gemeente. Subsidie voor dit project zou kunnen komen uit de gemeentelijke regeling ‘Goed Idee Plus’(nog tot 31 december 2011). Initiatiefnemer Maarten Pagina 39

Pagina 41

Scoor meer met een webwinkel in uw weekbladen. Velen gingen u voor en publiceerden vakbladen online.

498 Lees publicatie 181Home


You need flash player to view this online publication