Het bedrijfseconomisch model bouwt voort op het eerste model. De belangrijkste uitgangspunten voor dit model zijn: • De investeringen in de algenvijvers zijn per ha vrijwel gelijk gebleven. Deze zijn € 95.000 per ha. Met andere woorden: schaalvoordeel bij de aanleg grote oppervlakten is niet mogelijk, Het model houdt bovendienrekening met aanvullende investeringen van circa 33% om de vijvers te kunnen afschermen en verbinden. De post onvoorzien is groter omdat onduidelijk is welke technische vraagstukken bij productie op die schaal naar voren komen. De referentiedata zijn afkomstig van productie op kleine schaal. • De investeringen in de WKK installaties per kWh variëren van € 1.500 in de variant zonder covergisting tot € 1.000 in de variant met beperkte covergisting en € 800 bij maximale covergisting zonder mestraffinage; dit is exclusief de investering in de installaties voor mestraffinage zelf ten bedrage van € 1,27 miljoen. Verondersteld wordt een beschikbaarheid van de WWK-installatie van 85%, dus 7446 draaiuren op jaarbasis. • De energie inhoud van de mest is 1 GJ per ton en van covergistingsmateriaal is 5 GJ per ton. Mestontsluiting zorgt ervoor dat een groter deel van de energie inhoud benut wordt. • De prijs per kWh volgt de SDE tarieven, te weten € 0,165 per kWh zonder nuttige aanwending van warmte en € 0,193 per kWh bij nuttige aanwending van de warmte van warmte. Het verwarmen van de algenvijvers en het drogen van de algen na de oogst wordt beschouwd als een nuttige aanwending van de warmte buiten het bedrijf van energieopwekking3. Het hoge tarief wordt gehanteerd. In het model wordt het verschil van € 0,028 tussen het standaard SDE-tarief en het hoge tarief toegerekend aan de algenproductie. Immers zonder deze productie was deze opbrengst niet gerealiseerd. • De opbrengst algen in ton droge stof per ha is op basis van de gegevens van Ingrepro gesteld om 40 ton. De marktprijs van een ton algen als veevoeder is € 600. • In beide mestraffinage varianten wordt een tarief van € 2,5 per GJ geproduceerde warmte meegenomen. De opbrengst van een ton vastgelegde CO2 is € 10. De geproduceerde hoeveelheid schoon water is als een PM post meegenomen. • Het model houdt rekening met interne leveringen tussen de productieprocessen. In het model is meegenomen het interne verbruik van elektriciteit voor de mestraffinage en algenproductie, de levering van warmte voor raffinage en algenproductie en de doorlevering van de mineralen uit het digistaat. Voor de mineralen zijn de volgende waarden per ton meegenomen stiksof in (NH4) SO4 € 200 en in NH3 € 750 en fosfaat € 1.000. • Afschrijvingstermijn en rekenrente voor het vermogen zijn gelijk gehouden op respectievelijk 10 jaar en 6%. 77 3 Onderzocht moet worden of dit formeel moet leiden tot een splitsing van ECOFERM in een energie productie en een algenproductie entiteit. Pagina 85

Pagina 87

Scoor meer met een webshop in uw PDF's. Velen gingen u voor en publiceerden artikelen online.

483 Lees publicatie 173Home


You need flash player to view this online publication