algenvijver zou volgens Ingrepro een opbrengst van zestig ton droge stof per hectare per jaar haalbaar moeten zijn. Met name in de algenvijver – een open systeem – zijn die condities echter niet altijd optimaal als gevolg van weers- en seizoensinvloeden. In het onderzoek van Ingrepro is het hybride kweeksysteem vergeleken met een ‘klassieke’ open algenvijver (HRAP). Om de condities en abiotische omstandigheden − zoals het weer, nutriënten, waterniveau, hydrodynamica, lucht/water-uitwisseling − zoveel mogelijk identiek te houden, zijn drie kweeksystemen parallel getest in hetzelfde type HRAP. Op die manier zijn eventuele verschillen volledig toe te schrijven aan het gebruikte kweeksysteem. 37 3.4 Experimentele opzet De vergelijking tussen hybride en klassieke kweeksystemen vond plaats in twee series experimenten − één in het najaar en de andere in het voorjaar. Tijdens de eerste serie is gebruik gemaakt van de algensoort Chlorella vulgaris, stam 211/11c, afkomstig van de Sammlung von Algenkulturen der Universität Göttingen (SAG), Duitsland. Het gaat om een snelgroeiende algensoort, die veel wordt gebruikt in de commerciële algenkweek, ook voor voedingstoepassingen. Een bijkomende reden om voor deze soort te kiezen, is dat hij gevoelig is voor veranderingen in het milieu en voor contaminatie met andere algen. In theorie zou hij dus voordeel moeten hebben van het hybride kweeksysteem. Omdat deze soort morfologisch afwijkt van de andere algen die door Ingrepro worden gekweekt, is eventuele contaminatie ook tijdig te constateren. De alg werd gekweekt op kunstmatig groeimedium (Walne’s medium) dat alle mineralen en sporenelementen bevat die benodigd zijn voor de groei van Chlorella. Opkweken gebeurde in een aantal stappen in Erlenmeyers van respectievelijk 50 milliliter, 250 milliliter en 2 liter in de schudincubator naar 10 liter kweekvaten met magnetische roerders. Beluchting vond plaats met steriele lucht. Vanuit de 10 liter vaten zijn de fotobioreactor en de proefvijvers geënt. In de buitenopstelling is leidingwater gebruikt. Tijdens de tweede serie experimenten is gebruik gemaakt van de soort Chlorella fusca, de ‘huisalg’ van Ingrepro. Deze is ter plekke geïsoleerd en groeit in monocultuur onder de omstandigheden ter plaatse. In de onderzoeksperiode was de capaciteit van de mestraffinage niet voldoende om de benodigde hoeveelheden mineralen te kunnen leveren. Daarom is tijdens de eerste en de tweede reeks experimenten kunstmest gebruikt als bron van mineralen. Tijdens de eerste reeks experimenten zijn ammoniumsulfaat (zwavelzure ammoniak, (NH4)2SO4) en calciumfosfaat (tripelsuperfosfaat, Ca(H 2PO4)2) gebruikt als voornaamste bron van respectievelijk stikstof en fosfor. Pagina 45

Pagina 47

Interactieve online brochure, deze brochure of uitgave is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het online op uw website plaatsen van elesmateriaal.

483 Lees publicatie 173Home


You need flash player to view this online publication