88 98 Het kan hier ook gaan om meerdere eigenaren en meerdere ontwikkelaars. Dit vergroot de dynamiek van het proces, eventueel met extra competitie om tot aantrekkelijke voorstellen te komen. Eventueel ook met extra voetangels, wanneer de inzichten en belangen te veel uiteenlopen. merschap dat leeft rondom de voorgenomen planontwikkeling te inventariseren, transparant te maken en om partijen de gelegenheid te geven te komen tot samenwerking. Hieruit kunnen consortia ontstaan die de integrale projectontwikkeling – of onderdelen daarvan – oppakken. De grondpositie blijft belangrijk: de eigenaar van de grond – of de ontwikkelaar die het van de eigenaar verwerft – zal veelal de spil zijn in de consortiumvorming.98 De brokerrol moet non-discriminatoir en transparant worden uitgevoerd. Partijen mogen niet worden bevoordeeld en vooroverleg mag niet leiden tot uitsluiting van mededinging. Dit moet ook achteraf aantoonbaar zijn.99 Gerichte aansturing op realisatie van de doelstellingen vraagt bovendien om competenties op betrokken vakgebieden. De gemeente doet er derhalve verstandig aan om reeds bij vaststelling van de doelstellingen rekening te houden met de bijbehorende bemensing. De brokerrol hoeft niet noodzakelijk door de gemeente zelf te worden uitgevoerd. Deze kan ook door externe dienstverleners, belangengroepen of marktpartijen op zich worden genomen. Zeker wanneer de visie- en consortiumvorming rond een Nieuwe Nutsvoorziening al concreet begint te worden, kan de gemeente wat afstand nemen. Er ontstaat dan meer behoefte aan een kwartiermaker die helpt de ideeën van een consortium verder uit te werken. Daarbij vind dan een overgang plaats van algemeen belang naar “concurrentiële” belangen. Per geval zal moeten worden bekeken of, en onder welke voorwaarden, de gemeente een bijdrage levert aan de inzet en aansturing van een kwartiermaker. Bij een eventuele geldelijke bijdrage is het daarbij verstandig om onder de “de minimis”100 -drempel te blijven, zoals ingesteld door de Europese Commissie. Dat vermindert de kans dat de bijdrage wordt uitgelegd als ongeoorloofde staatssteun. Ook is het verstandig om concurrerende consortia gelijke faciliteiten te bieden voor ontwikkeling van hun visie. Het Valenciaans model: de Urbanisator 99 Hoewel formele procedure oor v schriften ontbreken, moet scherp worden gelet op bewijsbaarheid en dossiervorming. 100 Staatssteun onder de “de minimis”drempel behoeft geen voorafgaande toestemming van de Europese Commissie. Deze moet wel worden geregistreerd en de Europese Commissie kan aan een Lidstaat inzage vragen in deze administratie. Eye-opener biedt het “Valenciaans model”. Hierin wordt de initiërende rol voor een grondexploitatie aan een marktpartij overgelaten: de urbanisator. Deze kan zonder grondpositie op eigen initiatief of in opdracht van de gemeente een plan ontwikkelen. Na vaststelling van dit plan door de gemeente krijgt de urbanisator bevoegdheden geattribueerd. De overheid maakt haar ruimtelijk instrumentarium dienstbaar aan de uitvoering van het plan. Ruilverkaveling kan een onderdeel zijn. Binnen de nieuwe Wro komt een vergelijkbare mogelijkheid voor Nederland in het vizier. Het verplichte kostenverhaal kan ingebrachte gronden omvatten. Aldus lijkt een ruilverkavelingsconstructie – essentieel voor het Valenciaans model – tot de mogelijkheden te gaan behoren. Stadia van consortiumvorming Het proces van consortiumvorming kan in de volgende vier stadia worden ingedeeld. De eerste twee stadia (1 en 2) passen bij respectievelijk de katalysator en brokerrol die de gemeente op zich kan nemen. Bij de verdere stadia (3 en 4) kan de gemeente die voornemens is de activiteiten aan de markt over te laten, beter wat afstand nemen en de markt zijn werk laten doen. Pagina 97

Pagina 99

Scoor meer met een online winkel in uw clubmagazines. Velen gingen u voor en publiceerden reclamefolders online.

303 Lees publicatie 100Home


You need flash player to view this online publication