Normaal gesproken zorgt de ontwikkelaar voor de gebouwen, het energiebedrijf voor gas en elektriciteit, en de gemeente voor het riool. Realisatie van meer duurzame geïntegreerde alternatieven vraagt echter andere processen en wellicht ook andere organisatievormen. Gevestigde energiebedrijven kunnen duurzame lokale alternatieven niet altijd even goed inpassen in hun organisatie. Bovendien gelden voor de grotere kapitaalgedreven bedrijven, rendementspercentages die met duurzame alternatieven niet altijd zijn te halen. Zeker niet de eerste keren, wanneer het nog pionierswerk is. In die gevallen zal moeten worden omgezien naar organisatie- en financieringsalternatieven. Voor Nieuwe Nuts is dat geen probleem maar juist een kans. Want het biedt – zoals in het voorbeeld “Jühnde” (zie hoofdstuk 3) – bijvoorbeeld ook ruimte om de eindgebruikers (bewoners) te laten participeren. Zeggenschap en belangen komen dan meer congruent te liggen, wat de duurzaamheid ten goede komt. Verantwoordelijkheid van de gemeente 83 Gemeenten hebben een wettelijke zorgplicht voor de inzameling van huishoudelijk afval en afvalwater (Wet milieubeheer). Voor gas en elektriciteit is het gemeenteraden uitdrukkelijk verboden zich regulerend met de energievoorziening bezig te houden. Rond warmtenetten is de gemeentelijke positie vooralsnog niet specifiek gereguleerd. Wel is er een Warmtewet in voorbereiding die warmtelevering aan een vergunningsstelsel verbindt. Dat valt echter onder verantwoordelijkheid van de minister van Economische Zaken. De huishoudelijke afvalinzameling wordt door gemeenten zelf georganiseerd of aanbesteed. De gas- en elektriciteitsvoorziening is in handen van de energiebedrijven. Voor elektriciteitsnetten geldt een marktverdeling. Het netbeheer is regionaal aan één energiebedrijf opgedragen.85 Sinds de consolidatie van de energiebedrijven staan gemeenten wezenlijk buiten de energievoorziening.86 In het wettelijk regime dragen ze er ook geen verantwoordelijkheid voor. De gemeentelijke verantwoordelijkheden zijn sterk verkleind, en overgeheveld naar de commercieel optredende energiebedrijven en het ministerie van Economische Zaken. Voor de afvalstromen draagt de gemeente nog wel een directe verantwoordelijkheid in de vorm van riolering en huishoudelijke afvalinzameling. In alle gevallen is de gemeente sterk afhankelijk van marktpartijen (energie- en afvalbedrijven) en overheidsinstellingen (provincie, waterschap, ministeries en de Europese Commissie). Toch zal bij uitval of faillissement in de richting van de gemeente kunnen worden gekeken, zeker wanneer uitval leidt tot ontregeling van de openbare orde of gezondheidsproblemen. Zolang de energievoorziening in handen is van een sterk moederbedrijf – een groot energiebedrijf of andere kapitaalkrachtige partij – zal bij calamiteit het energiebedrijf worden aangesproken. Gegeven zijn grote kredietwaardigheid zal het moederbedrijf eerder verhaal kunnen bieden dan de gemeente. Wanneer speciale energienetten in aparte vennootschappen worden ondergebracht, wat zeker bij warmte voorkomt, is de mogelijkheid van een faillissement reëel. Een sterke moeder zal om gezichtsverlies te beperken, hoogstwaarschijnlijk een geruisloze doorstart bieden. Anders kan het worden bij verdere consolidatie en internationalisering, wanneer de band met de lokale nutsven- 85 Een eigenaar van een elektriciteitsnet moet het beheer van zijn net verplicht overlaten aan het regionale energiebedrijf (alleen zeer kleine netten zijn hiervan vrijgesteld). Wanneer de eigenaar het beheer liever zelf doet of aan een derde opdraagt, behoeft hij toestemming (van de minister van EZ via de centrale toezichthouder DTe – ontheffing art. 10 Ew: aanwijzing netbeheerder). Dergelijke toestemming kan worden gegeven voor kleinere netten. Voor grote netten die leveren aan een onbepaald aantal kleinverbruikers bestaat thans geen ontheffingsmogelijkheid. Een grondeigenaar kan ongehinderd energienetten op of in zijn grond aanleggen. De wettelijke regimes voor energievoorziening komen aan de orde bij aansluiting op het algemene net en belevering van afzonderlijke verbruikers. Een Nieuw Nutsbedrijf waarin bewoners participeren, kan bij huidige wetgeving slechts op beperkte schaal en met toestemming van DTe/ EZ worden opgezet. Grootschaligere Nieuwe Nutszones inclusief integrale elektriciteitsvoorziening behoeven wijziging van de wet. Alternatief is dat het Nieuwe Nutsbedrijf het netbeheer overlaat aan de netbeheerder. Daarmee komen echter overheadkosten en distributietarieven op de elektriciteitsvoorziening te rusten die de Nieuwe Nutsvoorziening financieel minder aantrekkelijk maken. Enkele uitzonderingen daargelaten waar de gemeente nog grootaandeelhouder is van haar eigen energiebedrijf, zoals de gemeente Westland, die grootaandeelhouder is van het netwerkbedrijf Westland Energie. 86 Pagina 92

Pagina 94

Scoor meer met een online shop in uw gidsen. Velen gingen u voor en publiceerden onderwijs magazines online.

303 Lees publicatie 100Home


You need flash player to view this online publication