Figuur 18. De huishoudelijke elektriciteitsvraag kent een stabiele groei van 1,5% per jaar (sinds 1988). De warmtevraag is dalend, o.a. dankzij invoering van de EPN (Energieprestatienorm). Bron: ECN via www.energie.nl nauwelijks voor. Warmte en elektriciteit worden als verschillende diensten betrokken. Ook voor projectontwikkelaars zijn het verschillende vragen. Men kijkt niet waar beide vandaan komen en nog minder naar de onderlinge samenhang. Dat doet geen recht aan de intense samenhang tussen de elektriciteitsproductie en de beschikbaarheid van warmte. Met een stijgende elektriciteitsvraag is er zelfs een toenemend warmteoverschot. Energieverbruik louter om warmte op te wekken, is vanuit de Nieuwe Nutsfilosofie ongewenst en overbodig. Warmte is er immers in overvloed. De uitdaging ligt bij beschikbaarheid van de warmte op de plek en het moment waarop deze benut kan worden. Dit is een belangrijke drijfveer achter decentralisering van de elektriciteitsvoorziening. Bron van de nutsvoorziening Ontwikkelaars van woningen en bedrijven vragen zich zelden af waar de nutsvoorzieningen vandaan komen. Voor hen zijn het gescheiden diensten die worden ingekocht. Bij Nieuwe Nuts wordt wel degelijk gekeken naar de fysieke bronnen van de nutsdiensten en de samenhang daarvan. De zon levert veel meer warmte in de zomer dan we in de winter nodig hebben. Duurzame warmte is er genoeg, en met behulp van seizoensopslag in de bodem is die warmte ook te gebruiken in de winter. Met name in de glastuinbouw wordt hier inmiddels stevig op ingezet. De gebruikte technieken zijn robuust en bedrijfszeker. Er wordt gewerkt op een schaal die goed aansluit bij de behoeften van een woonwijk. De elektriciteitsvoorziening verdient echter nog de aandacht. Vooralsnog is die georiënteerd op aardgas. Nieuwe technieken worden verwacht die het mogelijk maken te differentiëren. Verschillende duurzame bronnen kunnen dan voor de elektriciteitsvoorziening worden ingezet. Deze voorzieningen werken optimaal op decentraal schaalniveau. Zo ontstaat een middenschaal: geen individuele (micro) systemen en ook geen grootschalige industriële (macro)systemen, maar systemen die voldoende volume hebben om lokaal te produceren wat lokaal nodig is, en daarbij een maximaal duurzaam rendement geven. Pagina 63

Pagina 65

Interactieve digi-catalogus, deze drukwerk of onderwijs catalogus is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het converteren naar een online publicatie van e-spaarprogramma.

303 Lees publicatie 100Home


You need flash player to view this online publication