46 30 Kees Daey Ouwens, “Productiekosten van Duurzame elektriciteit”, april 2006. En de energie-efficiency aanmerkelijk reduceren. 31 De vergelijking met het CO2-emissierechtensysteem dringt zich op. Hier kregen de elektriciteitsbedrijven gratis emissierechten toebedeeld. Omdat deze rechten in de boekhouding waarde vertegenwoordigden, werd het gerechtvaardigd geacht deze in de stroomprijzen door te berekenen. De elektriciteitsprijzen stegen derhalve zonder dat enige vordering werd gemaakt met emissiebeperking. Dat geeft meteen te denken over de werking van de “elektriciteitsproductiemarkt”. Was hier daadwerkelijk competitie geweest, dan was dit misbruik van het emissierechtensysteem door de markt afgeschaft. Nu heeft het echter kunnen functioneren als een verkapte prijsafspraak tussen de elektriciteitsproducenten. Dit is niet het enige voorbeeld waarin milieubewuste bedoelingen, over de rug van de belastingbetaler, vooral hebben bijgedragen aan de winstmarge van energiebedrijven. 32 33 De overgang van de “Industriële revolutie” (zie hoofdstuk 6) naar Nieuwe Nuts zal naar verwachting rondom kolenelektriciteit worden gestreden. De kostprijs van kolenelektriciteit is laag (circa 3,5 ct/ kWh).30 Dat is bijna de helft van de kostprijs van biomassastroom (6 ct/kWh), en veel goedkoper dan zonnestroom (25-50 ct/kWh). CCSvoorzieningen zullen de kostprijs van kolenstroom iets optrekken.31 In het debat is echter nog geen sprake van daadwerkelijke CCS, maar van “CCS-readiness”. Of en hoe CCS wordt uitgevoerd is nog niet concreet. Wellicht dat de belastingbetaler wordt gevraagd een stevige bijdrage te leveren. Dat zou betekenen dat deze de kosten krijgt te dragen van een project dat diametraal ingaat tegen zijn eigen langetermijnbelang.32 Goedkope kolenstroom met CCS heeft de potentie om duurzame stroom van de markt te houden, en de elektriciteitsvoorziening te monopoliseren. Dit is de meest serieuze bedreiging voor Nieuwe Nuts, en de diepere kern van het actuele debat over energietransitie. Het echte probleem met kolenverbranding is niet de CO2-uitstoot, maar de vervuiling. Bij kolenverbranding komen zwavel, kwik, uranium, arseen en andere zwaar giftige stoffen vrij. De vervuiling neemt zelfs toe naarmate uit duurzaamheidsoverweging33 vervuilde reststromen – zoals bewerkt sloophout – worden meegestookt. Uiteraard is het een verbetering wanneer met afvang wordt voorkomen dat de zwaar giftige stoffen diffuus in het milieu worden gebracht.34 Maar creatie van nieuwe stortplaatsen is een verplaatsing en bestendiging van een structureel probleem. Het is zeker niet het duurzame alternatief dat met Nieuwe Nuts wordt beoogd. De overheid creëert schaarste Bedoelde duurzaamheidsoverwegingen houden vooral verband met “ klimaatneutraliteit” ofwel de hoeveelheid fossiele CO2 die in de atmosfeer wordt gebracht. Daarbij wordt voorbijgegaan aan overige vervuiling, die in haar directe effecten veel ernstiger kan zijn. Onder andere door rookgasreiniging. Gewild of ongewild is de overheid instrumenteel in de creatie van schaarste en bescherming van monopolies in vitale sectoren. Zij doet dit bijvoorbeeld door middel van: • Mijnbouwconcessies, • Grondwatervergunningen, • Infrastructuur en de aansluiting daarop, • Langjarige concessies voor afvalverwerking, • Eigendom en/of beheer van afvalstortplaatsen. Voor de toekomst staan bovendien nieuwe schaarstecreërende maatregelen op het programma, zoals: • Emissierechten; • CO2-stortplaatsen, • Waterstofinfrastructuur. Schone CO2 heeft een waarde die aanmerkelijk hoger is dan de kostprijs van emissierechten (zie hoofdstuk 9). Met milieuvriendelijkere technieken en organisatiepatronen wordt CO2 van afval tot grondstof, en daarmee ook buiten de atmosfeer gehouden. Dat is de wezenlijke basis waarop een duurzame economie kan worden gebouwd. Het vraagt wel grotere diversiteit aan productie- en verwerkingsmethoden, en derhalve terugdringing van de grootschalige en monopoliseerbare aanpak. Helaas wordt dit vaak over het hoofd gezien. 34 Pagina 55

Pagina 57

Scoor meer met een e-commerce shop in uw catalogussen. Velen gingen u voor en publiceerden onderwijs magazines online.

303 Lees publicatie 100Home


You need flash player to view this online publication