112 Oost te Sneek) dat wegens succes een grootschaliger vervolg krijgt. Waterprojecten zijn in Nederland niet makkelijk van de grond te krjigen. Zeker niet wanneer het een systeemverandering betreft. Een veelheid van partijen moet het over de alternatieve afvalwateraanpak eens zijn. Gemeente, provincie en waterschap dragen gezamenlijk verantwoordelijkheid op dit gebied. Bij de gemeente zijn de watertaken bovendien over verschillende afdelingen verdeeld. Bij een afwijkende aanpak vergt dat een integraal projectmanagement, dat alle relevante organisaties en organisatieonderdelen adequaat op elkaar moet zien te betrekken. Ook de ontwikkelaar moet erbij worden betrokken. Binnen de woningen zal met afwijkingen (andere rioolleidingen en wc-potten) rekening moeten worden gehouden. Meestal zet dat – naar de ontwikkelaar veronderstelt – een negatieve druk op de waarde van de woning. Tijdige betrekking van een passende doelgroep kan dat nadeel echter in een voordeel doen keren; het levert voor deze doelgroep juist toegevoegde waarde (zie ook hoofdstuk 12). Een kleinschalig pilotproject kent bovendien risico’s en meerkosten waarvoor dekking moet worden gevonden. Een knelpunt daarbij is vaak dat betrokken partijen het moeilijk eens worden over de toerekening van kosten en voordelen. Dit is met name aan de orde wanneer private partijen betrokken zijn (particulieren en mkb) en met de innovatieve wateraanpak maatschappelijke voordelen worden bereikt, zoals een beter zuiveringsrendement. De private partijen verwachten dan een financiële bijdrage vanuit de maatschappelijke waterbudgetten, maar deze wordt lang niet altijd verkregen. Zeker niet wanneer de betrokken overheid zich wel verantwoordelijk blijft voelen maar geen directe controle heeft over de betrokken installaties. In een knelpuntenanalyse voor afvalwaterprojecten komen ervaringsdeskundigen tot de volgende aanbevelingen: a) vroegtijdige betrekking van eindgebruikers, b) opzet van een risicofonds rondom de innovaties, c) introductie van hooguit één experimentele techniek per project, d) inschakeling van kundig en proactief projectmanagement en e) pakkende communicatie over de voordelen van het project.128 De afvalwaterprojecten zijn technologisch gezien vaak experimenteler dan bijvoorbeeld warmte- of gelijkstroomprojecten. Ook is het aantal betrokken partijen bij water doorgaans groter. Toch zullen genoemde aanbevelingen ook voor energieprojecten nuttig kunnen zijn. De wettelijke marktordening bepaalt bij wie het doorslaggevende initiatief voor een Nieuwe Nutsvoorziening ligt. In de standaardgevallen (met name riool, drinkwater, gas en licht) levert dat een monopolie voor de lokale netwerkbeheerder. Voor warmte en exotische alternatieven zoals gelijkstroom en biogas ligt er een potentiële rol voor de markt. Zeker wanneer deze voorzieningen een aanvulling zijn op de reguliere nutsvoorziening, zijn er geen onoverkomelijke juridische belemmeringen om op dit gebied producten en diensten aan te bieden.129 Bij de standaardvoorziening van gas en elektriciteit bestaat er grote afhankelijkheid van de netbeheerder. Gemeente noch marktpartijen 128 “Quickscan knelpunten bij praktische toepassingen DESAHinitiatieven”, A. Mels (LeAF), B. Swart (Grontmij) en G. Zeeman (WUR). 129 Er zijn wel economische belemmeringen. Zo wordt in Nederland een warmtenet veelal onhaalbaar geacht wanneer er ook een gasaansluiting is: de warmteleverancier wil exclusiviteit. Voor een gelijkstroomnet ligt dat anders: dit is aanvullend op een regulier wisselspanningsnet. Pagina 121

Pagina 123

Voor mailings, online drukwerk en spaarprogramma zie het Online Touch CMS systeem. Met de mogelijkheid voor een webwinkel in uw edities.

303 Lees publicatie 100Home


You need flash player to view this online publication